Achtervoegsels

1 / 15
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Ken je de voorvoegsels nog?

Slide 2 - Tekstslide

Welke voorvoegsels weet je nog?

Slide 3 - Open vraag

Achtervoegsels!
Sommige woorden eindigen met een achtervoegsel. Je kunt de betekenis van een achtervoegsel vaak zelf raden. 

Bijvoorbeeld: 
Mijn broer is een beoefenaar van taekwondo.
Beoefen+aar=iemand die (taekwondo) beoefent.

Slide 4 - Tekstslide

Veel voorkomende achtervoegsels zijn:
-aar, -lijk, -heid, -teit, -baar, -atie, -aard, -isch, -ing, -ig, -sel, -loos, -vol, -lijks

Slide 5 - Tekstslide

Betekenis achtervoegsels 
(veranderen betekenis oorspronkelijke woord)
-loos; waardeloos= zonder waarde

-vol; smaakvol= veel smaak

-lijks; wekelijks= elke week

Slide 6 - Tekstslide

Oefening
Welk woord met een achtervoegsel past bij de volgende woordbetekenissen?

Slide 7 - Tekstslide


zonder liefde

Slide 8 - Open vraag

elke dag

Slide 9 - Open vraag

met veel waarde

Slide 10 - Open vraag

met veel humor

Slide 11 - Open vraag

geen gevoel

Slide 12 - Open vraag

Overige achtervoegsels
veranderen het soort woord
Dat kan branden (ww)> dat is brandbaar (bijvoeglijk naamwoord).

Hij houdt van wandelen (ww)> hij is een echter wandelaar (zelfstandig naamwoord).

Zij is erg lui (bijvoeglijk naamwoord)> zij is een luiaard (zelfstandig naamwoord).


Slide 13 - Tekstslide

Woorden met achtervoegsels:
Tweeling-drieling-vierling.

Eetbaar-weerbaar-aaibaar.

Eenzaamheid-eerlijkheid-weerbaarheid.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag:
-Maak eerst de bijlage in Magister en deel deze bij opdrachten (Teams).

-Maak daarna de opdrachten 1 t/m 4 in je digitale lesboek (let op: H4 woordenschat).

-Neem tot slot deel aan een Quizizz.

Slide 15 - Tekstslide