Signaal woorden

Wat zijn signaalwoorden? 
Signaalwoorden zijn woorden die twee zinnen of twee alinea’s met elkaar verbinden. Hoe die verbinding is, ligt aan het soort signaalwoord. Zo kan het zijn dat de volgende zin een voorbeeld is van wat er net is geschreven, of dat er een conclusie wordt getrokken. Belangrijk is daarom dat niet de letterlijke vertaling wordt geleerd, maar juist de functie van het signaalwoord.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn signaalwoorden? 
Signaalwoorden zijn woorden die twee zinnen of twee alinea’s met elkaar verbinden. Hoe die verbinding is, ligt aan het soort signaalwoord. Zo kan het zijn dat de volgende zin een voorbeeld is van wat er net is geschreven, of dat er een conclusie wordt getrokken. Belangrijk is daarom dat niet de letterlijke vertaling wordt geleerd, maar juist de functie van het signaalwoord.

Slide 1 - Tekstslide

Tegenstelling 
Als je deze signaalwoorden tegenkomt in een tekst, weet je dat de schrijver een andere kant opgaat in zijn tekst dan ervoor. De schrijver gebuikt bijvoorbeeld een argument tegen wat ervoor was gezegd. 

Slide 2 - Tekstslide

Many species of wildlife are becoming extinct __________ the rainforests are being destroyed.
A
opsomming
B
reden
C
relativering
D
gevolg/conclusie

Slide 3 - Quizvraag

Many species of wildlife are becoming extinct __________ the rainforests are being destroyed.
A
because
B
and
C
actually
D
all-in-all

Slide 4 - Quizvraag

They like to watch soap operas
____________ films on TV.
A
opsomming
B
reden
C
relativering
D
gevolg/conclusie

Slide 5 - Quizvraag

They like to watch soap operas
____________ films on TV.
A
in fact
B
for
C
and
D
in short

Slide 6 - Quizvraag

_____________, she'd rather get a room than stay in the house
A
opsomming
B
reden
C
relativering
D
gevolg/conclusie

Slide 7 - Quizvraag

_____________, she'd rather get a room than stay in the house
A
what's more
B
therefore
C
actually
D
as a result

Slide 8 - Quizvraag

He did not concern himself with the interests of his own class, and ______________ some thought him arrogant and others thought him stupid.
A
opsomming
B
reden
C
relativering
D
gevolg/conclusie

Slide 9 - Quizvraag

He did not concern himself with the interests of his own class, and ______________ some thought him arrogant and others thought him stupid.
A
consequently
B
as well as
C
due to
D
as a matter of fact

Slide 10 - Quizvraag