1. Je kan uitleggen hoe een baby ontstaat (de bevruchting)
2. Je kent de stappen tussen bevruchte eicel en innesteling
3. Je weet hoe een zwangerschap wordt vastgesteld
4. Je kent de stadia in de ontwikkeling van een baby
5. Je kent de stadia van een bevallen en de alternatieven
6. Je weet hoe een tweeling ontstaat