Lesson 3 - possessive s / bezits-s

Lesson 3 - possessive - bezits <s> of apostrof <'>
  • Wat hebben we vorige week gedaan ?
  • Wanneer gebruik je een bijvoeglijke naamwoord en wanneer een bijwoord? 
  • Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
  • Het zelfstandig naamwoord (je kunt 'the' of 'an' voor een zelfstandig naamwoord zetten), bijvoorbeeld a grey kitten, the red carpet
  • Uitzondering: bij de werkwoorden to be /get/ grow/ seem/ feel / look / taste / sound / smell / turn/ become
    gebruik je ook een bijvoegelijk naamwoord, bijvoorbeeld you smell nice (niet you smell nicely), are you happy? (niet are you happily?): dus de zintuigelijke werkwoorden + to be, get, grow, seem, turn, become
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesson 3 - possessive - bezits <s> of apostrof <'>
  • Wat hebben we vorige week gedaan ?
  • Wanneer gebruik je een bijvoeglijke naamwoord en wanneer een bijwoord? 
  • Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
  • Het zelfstandig naamwoord (je kunt 'the' of 'an' voor een zelfstandig naamwoord zetten), bijvoorbeeld a grey kitten, the red carpet
  • Uitzondering: bij de werkwoorden to be /get/ grow/ seem/ feel / look / taste / sound / smell / turn/ become
    gebruik je ook een bijvoegelijk naamwoord, bijvoorbeeld you smell nice (niet you smell nicely), are you happy? (niet are you happily?): dus de zintuigelijke werkwoorden + to be, get, grow, seem, turn, become

Slide 1 - Tekstslide

Waar zegt het bijwoord iets over?
  • Werkwoorden, bijvoorbeeld drive speedily
  • Bijvoegelijke naamwoorden, bijvoorbeeld an incredibly white dog
  • andere bijwoorden, bijvoorbeeld he worked terribly quickly .
  • meestal te herkennen aan 'ly' aan het eind van het woord 
Wat gaan we nu doen ?
Bezittelijk voornaamwoord - theorie
Quiz vragen
Huiswerk voor volgende week (week 41)
Waar zegt het bijwoord iets over?

  • de meeste werkwoorden  bijvoorbeeld drive speedily
  • Bijvoegelijke naamwoorden, bijvoorbeeld an incredibly white dog
  • andere bijwoorden, bijvoorbeeld he worked terribly quickly .
  • meestal te herkennen aan 'ly' aan het eind van het woord
  • Wat gaan we nu doen ?
  • Bezits "s" = possesive - theorie
  • Quiz vragen
  • Huiswerk voor week 43
  • Week 42 is herfstvakantie 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over
de 'possessive?

Slide 3 - Woordweb

Engels - "Possessive" (bezit)
  • Een bezit in het Engels kun je aangeven met 's of ' of het woordje 'of'

Wanneer gebruik je welke?
  • Bij plaatsen, landen en dingen gebruik je het woordje 'of' bijvoorbeeld the countryside of the Netherlands, the centre of Leeuwarden, a glass of orange juice

"OF".

Slide 4 - Tekstslide

Engels - "Possessive" (bezit)
  • Wanneer gebruik je alleen een apostrof (apostrophe)?
  • Niet vaak en alleen als het woord een meervoud is en eindigt op een s
  • my sisters' cats (de katten van mijn zussen)
  • our parents' holiday  (de vakantie van mijn ouders)
  • the books' pages (de bladzijden van de boeken)

  • woorden die meervoud zijn en niet eindigen op een s, krijgen geen apostrof maar apostrof 's, the  women's clothes (kleding van de vrouwen)



"OF".

Slide 5 - Tekstslide

Engels - "Possessive" (bezit)
Wanneer gebruik je een apostrof 's?
  •  als het niet een land, ding of plaats is en wanneer het geen meervoud is dat eindigt op een s, dan is het automatisch een apostrof s.
  • Je gebruikt de apostrof 's bij een persoon of dier, bij een tijd, huis, product, bedrijf of winkel 
  • Mary's phone,  the cat's tail, last week's newspaper,  I'll see you at Joe's (home), I am going to the baker's (store), Shell's oil platform
  • Let op: in three weeks' time, a four days' journey (weeks and days zijn meervoud/plural en eindigen op s)



"OF".

Slide 6 - Tekstslide

Commas are important 
Commas can safe lives!
What 's the difference:
Let's eat Bob !
  • Laten we Bob opeten !
Let's eat, Bob !
  • Laten we gaan eten Bob !
(let's is kort voor let us, maar hier gaat het om de komma tussen eat en Bob)

Slide 7 - Tekstslide

Als je liever luistert naar uitleg over de possesive (bezittelijk voornaamwoord), kijk dan naar het volgende korte filmpje (3 min 13 sec)

Slide 8 - Tekstslide

Welke betekenis heeft de 's in de volgende zin? De oren van het konijn zijn heel lang.

The rabbit's ears are very long.
A
meervouds-s
B
is
C
has
D
bezits-s

Slide 9 - Quizvraag

Welke 'possesive' is goed geschreven?
De poedels van de koningin
A
The Queens' poodles
B
The Queen's poodles

Slide 10 - Quizvraag

Welke possessive is goed geschreven?
De honden van de jongens
A
The boys' dogs
B
The boy's dogs

Slide 11 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
Bobs' bedroom is small.
B
Bob's bedroom is small.
C
Bobs bedroom is small.
D
Bobs's bedroom is small.

Slide 12 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
My parent's sailboat is painted blue.
B
My parents's sailboat is painted blue.
C
My parents' sailboat is painted blue.
D
My parents sailboat is painted blue.

Slide 13 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
This is Marys' car.
B
This is Mary's car.
C
This is Marys's car.
D
This is Marys car.

Slide 14 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
A person's clothes.
B
A persons clothes.
C
A persons's clothes.
D
A persons' clothes.

Slide 15 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
She is Kees' girlfriend.
B
She is Kees-s girlfriend.
C
She is Kees's girlfriend.
D
She is Kees girlfriend.

Slide 16 - Quizvraag

Welke "Possessive" is GOED geschreven?
A
My brothers house is a mess.
B
My brother's house is a mess.
C
My brothers' house is a mess.
D
My brother-s house is a mess.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:

De ramen van het gebouw zijn dicht?
A
The windows of the building are closed.
B
The buildings windows are closed.
C
The buildings's windows are closed.
D
The buildings' windows are closed.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:

De deur van het huis is wit.
A
The houses door is white.
B
The houses' door is white.
C
The house of the door is white.
D
The door of the house is white.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van:

Londen is de hoofdstad van Engeland.
A
Englands' capital is London.
B
Engelands's capital is London.
C
Londen is the capital of England.
D
London is the capital of England

Slide 20 - Quizvraag

Did you learn something from this lesson, and why or why not?

Slide 21 - Open vraag

Homework week 43 (19 October - 25 October)
Schrijf op in je planner:
A2 groep
Taalblokken – Engels – MBO 4 – A2 – Chapter 5 Reading & Listening
 Lees door Nu Beter Engels grammatica - twijfelwoorden 
B1 groep
Doe Taalblokken - Engels - MBO 4 -B1 - Chapter 2 What's the Idea - Reading and Listening
Lees door Nu Beter Engels grammatica - twijfelwoorden

Slide 23 - Tekstslide