week 2 les 2
Typ het woord dat je hoort.
1 / 23
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Typ het woord dat je hoort.
Slide 1 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 2 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 3 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 4 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 5 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 6 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 7 - Open vraag
Typ het woord dat je hoort.
Slide 8 - Open vraag
houden
t.t.............je?
t.t.............je?
Slide 9 - Open vraag
houden
t.t.............je juf?
t.t.............je juf?
Slide 10 - Open vraag
bereiden
t.t...............je?
t.t...............je?
Slide 11 - Open vraag
bereiden
t.t...............je juf?
t.t...............je juf?
Slide 12 - Open vraag
aanvaarden
t.t...............je?
t.t...............je?
Slide 13 - Open vraag
aanvaarden
t.t...............je juf?
t.t...............je juf?
Slide 14 - Open vraag
hij turft
v.t. hij.........
v.t. hij.........
Slide 15 - Open vraag
hij turft
v.d. hij heeft.........
v.d. hij heeft.........
Slide 16 - Open vraag
wij verbreden
v.t. wij..........
v.t. wij..........
Slide 17 - Open vraag
praten
t.t.........jullie wel eens door de les heen?
t.t.........jullie wel eens door de les heen?
Slide 18 - Open vraag
benadelen
t.t. Wim schijnt niet te begrijpen dat hij zichzelf...........
t.t. Wim schijnt niet te begrijpen dat hij zichzelf...........
Slide 19 - Open vraag
Hebben
v.t..............jij geen geld om te betalen?
v.t..............jij geen geld om te betalen?
Slide 20 - Open vraag
verstaan
v.t. Hij schreeuwde hard, maar geen mens...........hem.
v.t. Hij schreeuwde hard, maar geen mens...........hem.
Slide 21 - Open vraag
ontwikkelen
Leo heeft zijn eigen foto's..........
Leo heeft zijn eigen foto's..........
Slide 22 - Open vraag
verhuizen
Wij zijn naar het buitenland........
Wij zijn naar het buitenland........
