Les 20 - uitbreiding: verhaalbouwstenen

Les 20 - uitbreiding: verhaalbouwstenen
pg.204
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 20 - uitbreiding: verhaalbouwstenen
pg.204

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaalelementen herhalen en inoefenen

pg.204 - 217

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je werkt zelfstandig aan deze les
pg.204 - 217
Let op:
  • pg.206 1a (verhaaleinde) NIET
  • pg.213 3d (herschrijven) NIET

Klaar? (tot en met blz.217) Vraag de correctiesleutel aan de leerkracht. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Zou je dit boek aanraden aan je gesprekspartner? Leg uit waarom wel of niet. 


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verhaalelementen toepassen op je eigen boek

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking
We passen de verhaalelementen toe op ons boek in drie fases:
  1. Je maakt een bookwidget over de verhaalelementen 
  2. Je verwerkt de hoofdpunten in een creatieve poster
  3. Je stelt je poster én je boek voor in een speeddate 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerken
SS - Nederlands 4MW - leerpaden - leesuurtje - Logboek 2 
timer
25:00
Pas de verhaalelementen toe op jouw boek. Gebruik de informatie bij hints.

Let op: 
  • Leg in je antwoorden duidelijke linken met je verhaal.
  • Er staan een paar puntjes op taalgebruik en zinsbouw!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poster
Dit jaar heb je minstens één boek gelezen. Tijd dus voor een boekbespreking! Je gaat je boek voorstellen in een poster. Om een poster te maken, ga je eerst informatie verzamelen. Nadien selecteer je de belangrijkste informatie voor jouw poster. 
Je mag zelf kiezen of je de poster op papier of digitaal maakt.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1 : oriëntatie
Je krijgt een hand-out met informatie over de opdracht.
  • Lees de opdracht goed door
  • Op de achterkant vul je wat zaken in om je te oriënteren op de opdracht. 
  • Vul dit in voor je aan de voorbereiding begint. 
  • Deadline voorbereiding
maandag 15 april

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2 : Voorbereiding
Ga naar google Classroom. Daar staat een documentje klaar om je voor te bereiden. Vul dit zo volledig mogelijk in voor je aan de poster start. 



  • Deadline voorbereiding
maandag 15 april
timer
25:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 : Uitwerking
Je werkt je poster uit aan de hand van je voorbereiding:
  • Je poster moet overzichtelijk zijn: per onderdeel kies je dus kies je dus één of twee zinnen uit die je in je poster gaat verwerken.  
  • Je kan hiervoor Canva gebruiken. 


  • Deadline poster = dinsdag 23 april
  • Speeddate = donderdag 2 mei 

Slide 12 - Tekstslide

Je voorbereiding is dus veel uitgebreider dan je poster, maar dat geeft niet, want je gaat je poster toelichten in de speeddate.

Stap 3 : Uitwerking
Jullie krijgen enkele voorbeelden te zien. Formuleer een tip naar je klasgenoten over: 
  • de vorm
  • het lettertype en de grootte van de letters  
  • de lay-out (tekst vs. beeld) 
  • het kleurgebruik
  • de witruimte ...

Werk samen met je buur. Maak notitites

Slide 13 - Tekstslide

Je voorbereiding is dus veel uitgebreider dan je poster, maar dat geeft niet, want je gaat je poster toelichten in de speeddate.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tip geef je je klasgenoten bij het uitwerken van hun poster?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 : Uitwerking tips
1. Inhoud
  • Verwerk niet heel je tekst op je poster, maar selecteer per onderdeel de belangrijkste informatie. 
  • Dit mogen ook kernwoorden zijn, zolang de boodschap duidelijk is.
  • Let op spelling en taal!

Slide 19 - Tekstslide

Vaak trekt eerst de afbeelding de aandacht en ondersteunt de tekst het beeld. Een poster vol tekst is daarom minder effectief, omdat de boodschap in een paar seconden al helder moet zijn. Met een poster met te weinig tekst kan het juist nog te onduidelijk zijn wat je wil communiceren. Het kan heel handig zijn om vóór het digitale ontwerpen eerst een ruwe schets op papier te maken. 
Stap 3 : Uitwerking tips
2. Tekst en afbeeldingen:
  • Zorg voor een goede balans tussen de twee. 
  • Maak een mini-versie op papier.
  • Creëer focus met typografie (lettertypes) + wees consistent
  • Gebruik treffende afbeeldingen.
  • Kies een aantrekkelijk kleurenpalet (contrast werkt!)
  • Wees creatief.
  • Gebruik één groot visueel element waarmee je de aandacht trekt. 

Slide 20 - Tekstslide

  • Vaak trekt eerst de afbeelding de aandacht en ondersteunt de tekst het beeld. Een poster vol tekst is daarom minder effectief, omdat de boodschap in een paar seconden al helder moet zijn. Met een poster met te weinig tekst kan het juist nog te onduidelijk zijn wat je wil communiceren. Het kan heel handig zijn om vóór het digitale ontwerpen eerst een ruwe schets op papier te maken. 
  • Kies bij het maken van een poster ook voor een kleurenpalet die past bij je boodschap. Bepaalde kleuren roepen namelijk associaties op, zoals groen, dat vaak wordt geassocieerd met duurzaam. Als je een poster maakt voor een zomers festival, dan wil je bijvoorbeeld zomerse kleuren gebruiken. Vergeet overigens een zacht kleurenpalet; ga juist voor opvallende kleuren en contrast tussen de ontwerpelementen om jouw poster van de muur te laten spatten. 
Stap 3 : Uitwerking tips
3. Duidelijkheid:
  • Waar kijkt de kijker eerst naartoe? 
  • Maak het gemakkelijk leesbaar vanaf een afstand.
  • Verhoog het contrast.
  • Gebruik voldoende witruimte.

Slide 21 - Tekstslide

Waar kijk je als eerst naar op de poster? Je wil de voorbijganger helpen met waar ze moeten kijken. Het punt waar alle aandacht naar toe wordt getrokken heet het focuspunt. Vaak wordt het focuspunt in het midden geplaatst. Maar dit hoeft zeker niet altijd zo te zijn. Wees creatief! Ook kan je met witruimte spelen om bepaalde aandachtspunten te creëren. Extra ruimte rond ontwerpelementen zoals een illustratie kan zo voor een krachtiger ontwerp zorgen.

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3 : Uitwerking
  1. Neem de hand-out grondig door. 
  2. Ga naar canva en meld je aan met je eduso-account. 
  3. Zoek naar een mooie template die je bewerkt. 



  • Deadline poster
dinsdag 23 april

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4 : Speeddate
Jullie zitten in twee rijen tegenover elkaar. Je gaat met elkaar in gesprek over je boek. Per ronde wordt er een nieuwe vraag geprojecteerd. Een ronde  duurt 1 minuut. 
Evaluatiecriteria:
  • Je neemt deel aan het gesprek. Jullie zijn allebei +/- evenveel aan het woord. 
  • Je maakt elke ronde duidelijk welk boek je bespreekt en je beantwoordt de vraag duidelijk en uitgebreid. 
  • Je toont een open houding naar je gesprekspartner. 
  • Je laat elkaar uitspreken.
  • Je stelt vragen als het gesprek stilvalt.
  • Je hanteert een gepast register en je let op je taalgebruik. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Welk boek heb je gelezen? Vertel iets over de auteur en het genre

Leg in grote lijnen uit waar het verhaal over gaat.  

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Welk boek heb je gelezen? Vertel iets over de auteur en het genre

Leg in grote lijnen uit waar het verhaal over gaat.  

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wie is de protagonist van het verhaal? 
Vertel iets over zijn of haar uiterlijk  en karakter. Leg uit met welk probleem hij of zij heeft te maken en verklaar waarom dit een rond of vlak personage is. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Lees een citaat voor uit het boek en leg uit waarom je dit gekozen hebt. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Vertel iets over de tijd en de ruimte waarin het verhaal zich afspeelt. Bespreek een verhaalelement naar keuze. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Vertel iets over de tijd en de ruimte waarin het verhaal zich afspeelt.  

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Met welk personage kan je jou identificeren? En waarom? 

Welk advies zou je 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Wat is de belangrijkste gebeurtenis in het boek? Waarom is dit de belangrijkste gebeurtenis?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wordt het verhaal chronologisch verteld?
Wat vind je van het tempo van het boek? Leest het vlot? Zijn er stukken die je langdradig vindt? 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Is dit een spannend boek? Wat maakt het wel of niet spannend? 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Wat vind je van de titel? Past dit goed bij het verhaal? Waarom wel/niet? 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00

Heb je al iets gelijkaardig meegemaakt? Indien niet, zou je het willen meemaken? Leg uit waarom.  

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Wat denk je dat het vervolg zal zijn van het verhaal? Hoe zal het nog verder gaan in de rest van het boek? 
Wat gaat er nog gebeuren met de personages?   

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5 : Reflectie
Ga naar google Classroom. Daar staat een documentje klaar om te reflecteren op de speeddate. 
  • Bekijk de rubriek
  • Vul de reflectie in



timer
10:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LPD
02.08 - creatief uitdrukken met taal 
02.09.01 - doelgericht deelnemen aan mondelinge interactie 
02.14 - de eigen beleving en interpretatie van literaire teksten verwoorden
02.15 - literaire teksten aan de hand van tekstelementen en persoonlijke voorkeuren beoordelen
02.16 - in interactie gaan over de relevantie van literaire teksten voor hun leefwereld en voor de samenleving waarin ze leven. 

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies