Herhaling hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3 paragraaf 3.1 tot en met 3.3
Wat heb je geleerd?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat heb je geleerd?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor winkelprijs?
A
Verkoopprijs exclusief btw
B
Nettoverkoopprijs
C
Brutoverkoopprijs
Slide 2 - Quizvraag
Een detaillist verkoopt een artikel tegen een verkoopprijs exclusief 21% btw van € 370. De brutowinst is 30% van de verkoopprijs exclusief btw. Bereken de inkoopprijs en de consumentenprijs.
A
Inkoopprijs € 259
Consumentenprijs € 447,70
B
Inkoopprijs € 111
Consumentenprijs € 447,70
C
Inkoopprijs € 259
Consumentenprijs € 305,79
Slide 3 - Quizvraag
Een detaillist heeft een nettoverkoopprijs vastgesteld van € 560. De brutowinst is 60% van de inkoopprijs. De btw bedraagt 21%. Bereken de inkoopprijs en de consumentenprijs.
A
Inkoopprijs € 224
Consumentenprijs
€ 677,60
B
Inkoopprijs € 336
Consumentenprijs
€ 677,60
C
Inkoopprijs € 350
Consumentenprijs
€ 677,60
D
Inkoopprijs € 210
Consumentenprijs
€ 677,60
Slide 4 - Quizvraag
* Rabatten berekenen
* Omzetbonus berekenen
* Betalingskortingen berekenen
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdstuk 3 Berekeningen met kortingen en toeslagen
Doel van een ondernemer: het maken van winst door het verkopen van goederen of het leveren
van diensten.
Slide 6 - Tekstslide
Rabat
Rabat = hoeveelheidskorting = kwantumkorting
Doel rabat: stimuleren van grote aankopen en het bevorderen van klantenbinding.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld:
Verkoopfactuur
20 rekenmachines à € 35
Rabat 3%
-----------------------------
Nettobedrag
21% btw
-----------------------------
Factuurbedrag
Gevraagd: Bereken het rabat en de overige ontbrekende bedragen op de factuur.
Slide 8 - Tekstslide
Verkoopfactuur
20 rekenmachines à € 35
Rabat 3%
----------------------------
Nettobedrag
21% btw
----------------------------
Factuurbedrag
Gevraagd: Bereken het rabat en de overige ontbrekende bedragen op de factuur.
Verkoopfactuur
20 rekenmachines à € 35 € 700
3% rabat € 21 -/-
----------
Nettobedrag € 679
21% btw € 142,59 +
------------
Factuurbedrag € 821,59
Slide 9 - Tekstslide
Omzetbonus
Omzetbonus: korting die na afloop van een periode (vaak een jaar) wordt verstrekt aan een afnemer, omdat deze heel veel aankopen heeft gedaan.
Doel omzetbonus: versterken van klantenbinding en het stimuleren van de afzet.
Een creditnota wordt verstuurd naar de klant als deze in aanmerking komt voor een omzetbonus.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld:
Rabatschaal
Aankopen in € Omzetbonus in %
0 - < 10.000 0%
10.000 - < 25.000 1%
25.000 - < 40.000 3%
> 40.000 5%
Een klant heeft gedurende het jaar voor
€ 37.000 aan goederen gekocht.
Gevraagd: Bereken de omzetbonus voor deze klant.
Slide 11 - Tekstslide
Rabatschaal
Aankopen in € Omzetbonus in %
0 - < 10.000 0%
10.000 - < 25.000 1%
25.000 - < 40.000 3%
> 40.000 5%
Een klant heeft gedurende het jaar voor
€ 37.000 aan goederen gekocht.
Gevraagd: Bereken de omzetbonus voor deze klant.
€ 37.000 x 3% = € 1.110
Slide 12 - Tekstslide
Betalingskorting
Betalingskorting (ook wel korting voor contante betaling genoemd): betaling van de factuur binnen de gestelde termijn
Deze korting bereken je ALTIJD over het factuurbedrag exclusief btw.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld:
Inkoopfactuur:
Gekocht op rekening artikelen voor € 3.800
21% btw € 798
------------
Factuurbedrag € 4.598
De eventuele contantkorting is 1% (van het bedrag na aftrek van de kwantumkorting) bij betaling binnen 14 dagen
Gevraagd:
Bereken de betalingskorting en het te betalen bedrag wanneer binnen 14 dagen is betaald.
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeld:
Inkoopfactuur:
Gekocht op rekening artikelen voor € 3.800
21% btw € 798
------------
Factuurbedrag € 4.598
De eventuele contantkorting is 1% (van het bedrag na aftrek van de kwantumkorting) bij betaling binnen 14 dagen
Gevraagd:
Bereken de betalingskorting en het te betalen bedrag wanneer binnen 14 dagen is betaald.
Betalingskorting altijd berekenen over het bedrag exclusief btw.