1) Teken het blokkenschema (en vul in in volledige zinnen) 2) Geef bij elke argumentatie aan of die enkelvoudig (A), nevenschikkend met afhankelijke argumenten (B), nevenschikkend met onafhankelijke argumenten (C), onderschikkend (D) of onder- en nevenschikkend (E) is.
Tip: let op de signaalwoorden, controleer achteraf met 'want' en 'dus'.
- Ik heb helemaal geen tijd, dus ik ga niet kijken bij je voetbalwedstrijd. Mijn vader heeft namelijk mijn hulp nodig bij het repareren van onze caravan, want we gaan volgende week kamperen.
- Je kunt beter nu al beginnen met trainen voor de marathon. Je bent gevoelig voor blessures en die kan je voorkomen door de training langzaam op te bouwen.
- Ik vind de e-bike een goede uitvinding. Allereerst kun je een e-bike overal opladen, er zijn immers overal oplaadpunten geplaatst. Verder heb je geen fileproblemen,
want je kunt overal langsrijden. Omdat je op een e-bike een duwtje in de rug
krijgt, kun je langere afstanden afleggen.
Klaar? Leren voor de toets of online oefenen in cursus 1 of cursus 2.