In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
♥lichWillkommen!
Slide 1 - Tekstslide
Programma
start
Huiswerk bespreken
Herhaling
Luisteropdracht
Uitleg uitspraak
Oefening LessonUp
Oefening boek
Slide 2 - Tekstslide
Am Ende der Stunde:
Weet je hoe je Duitse Umlaute uitspreekt.
Slide 3 - Tekstslide
Weißt du noch?
Slide 4 - Tekstslide
Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
rosarot
braun
Slide 5 - Sleepvraag
zwanzig
sechzehn
zwei
sieben
neun
dreizehn
Slide 6 - Sleepvraag
Welche Zahl hörst du?
A
14
B
16
C
13
D
12
Slide 7 - Quizvraag
Welche Zahl hörst du?
A
8
B
9
C
19
D
2
Slide 8 - Quizvraag
Welche Zahl hörst du?
A
21
B
16
C
20
D
21
Slide 9 - Quizvraag
Welche Zahl hörst du?
A
20
B
16
C
21
D
28
Slide 10 - Quizvraag
hoe schrijf je 1 in het Duits?
Slide 11 - Open vraag
hoe schrijf je 16 in het Duits?
Slide 12 - Open vraag
hoe schrijf je 11 in het Duits?
Slide 13 - Open vraag
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 14 - Sleepvraag
Welke vraagwoorden zijn er?
wie = wer
wat = was
waar = wo
hoe = wie
wanneer= wann
Waarvandaan= woher
Slide 15 - Tekstslide
Wie
Wat
Wanneer
Hoe
Waar
Waarvandaan
wer
wo
wie
was
wann
woher
Slide 16 - Sleepvraag
Wat betekent ''was''?
A
waar
B
wie
C
wanneer
D
wat
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent het Duitse woordje "wie"?
A
waar
B
wie
C
wanneer
D
hoe
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent wer?
A
wie
B
hoe
C
wat
D
waar
Slide 19 - Quizvraag
________ kommst du morgen? Um halb 10
A
wer
B
wie
C
wann
D
woher
Slide 20 - Quizvraag
_______ heißt du?
A
was
B
wie
C
wo
D
wann
Slide 21 - Quizvraag
______ kommst du? Freitag
A
wer
B
wie
C
was
D
wann
Slide 22 - Quizvraag
Hören
Je krijgt een filmpje 2x te zien.
Probeer zoveel mogelijk details te noteren.
Straks krijg je een aantal vragen over de inhoud.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Waarom zouden Dinosauriërs in deze tijd moeilijk kunnen leven?
Slide 25 - Woordweb
Slide 26 - Tekstslide
Umlaut
Het Nederlandse alfabet heeft 26 letters
Het Duitse alfabet heeft meer letters: de letters met puntjes erop. Die puntjes noem je een Umlaut. De Umlaut krijg je alleen op de lettersa,o en u!
Tipp: Alleen de klinkers uit het woord AUtO kunnen een Umlaut krijgen!
Slide 27 - Tekstslide
Klanken
Even een compact overzicht van de uitspraak van alle klinkers, met en zonder Umlaut tot nu toe!
Slide 28 - Tekstslide
Spreek je uit als eh/ee
Spreek je uit als eu
spreek je uit als uu
spreek je uit als oi
spreek je uit als oe
spreek je uit als ie
Slide 29 - Sleepvraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Drachten, den 11. März 2021
Liebe Natascha,
vielen Dank für deinen Brief. Ich hoffe es geht dir gut.
Mein Name ist (Ich bin/ Ich heiße) ..... und ich bin vierzehn Jahre alt. Ich wohne in ..... und komme aus den Niederlanden. Mein Hobby ist ..... (Meine Hobbys sind)
Ich gehe in Drachten zur Schule. Ich gehe in die Hauptschule . Mein Liebelingsfach ist .......