Ka 13

KA 13 +14
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KA 13 +14

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
1.Hoe was de machtsverhouding in de vroege Middeleeuwen?
2. Hoe was de economie in de vroege Middeleeuwen?

Slide 2 - Tekstslide

Welke begrippen passen bij het kenmerkend aspect ' de verspreiding van het christendom in geheel Europa'
A
geestelijke- klooster - dynastie
B
heilige - hofstelsel- reconquista
C
monnik - paus - profeet
D
heiden - missionaris - kerstening

Slide 3 - Quizvraag

Missionaris
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 4 - Quizvraag

Welk kenmerkend aspect hoort hierbij?

Karel de Grote kreeg een witte Indische olifant van Haroen ar-Rashid, de leider van het Arabische rijk waarin de islam zich had verspreid.
A
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
B
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
C
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam.
D
De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Slide 5 - Quizvraag

Welk KA?
A
Ontstaan en verspreiding van de Islam
B
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
C
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.
D
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid

Slide 6 - Quizvraag


A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 7 - Quizvraag

Leenheer
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 8 - Quizvraag


A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 9 - Quizvraag

Vandaag:

13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving

14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen:

Je kunt aan het einde van de les minimaal twee ontwikkelingen noemen die er voor zorgde dat Europa weer een agrarisch-urbane samenleving werd. 

Je kunt aan het einde van de les in je eigen woorden uitleggen hoe de steden een steeds belangrijkere rol kregen in de samenleving. 


Slide 11 - Tekstslide

Veranderingen rond 1000 N.chr
1. De Europese politiek wordt stabieler 

- Heren en Koningen vechten minder met elkaar waardoor de 'gewone mensen' steeds minder last gaan krijgen met de nadelige gevolgen van oorlog. 




Slide 12 - Tekstslide

Veranderingen rond 1000 N.chr
2. Steeds minder invallen van buitenaf. 

- Lange tijd hadden de Europese landen te maken met invallen van onder andere de Vikingen en Saracenen/ Moren




Slide 13 - Tekstslide

Veranderingen rond 1000 N.chr
3. Klimaatverandering

Natuurlijke opwarming van het klimaat zorgt voor een succesvollere oogst in heel Europa. 




Slide 14 - Tekstslide

Veranderingen rond 1000 N.chr
4. Technologische uitvindingen in de landbouw

Nieuwe uitvindingen als de ploeg en het drieslagstelsel zorgen voor meer opbrengst




Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen:


- Meer stabiliteit en geen oorlogen --> Meer veiligheid

- Opwarming van landbouw en nieuwe uitvindingen -->. Meer eten

Gevolgen ->(her)start handel en ambacht door overschotten op de domeinen

Slide 16 - Tekstslide

(her)ontstaan steden
- De voedseloverschotten die ontstaan op de domeinen gaan boeren verhandelen. 

- Ontstaan lokale markt en Ambachtslieden

mensen ontmoeten elkaar in:
- steden,
- kastelen
- kloosters
- op kruisingen van handelswegen (vaak nog romeinse wegen)

Slide 17 - Tekstslide

De middeleeuwse stad
- Steden worden erg rijk

- De stad valt onder de koning of leenheer (graaf)

- Koning of graaf heft belasting en
gaat over de rechtspraak in zijn gebeid

-Koning bepaald of er een markt mag 
worden gehouden


Slide 18 - Tekstslide

De koning verkoopt stadsrechten aan een stad. Bijvoorbeeld het recht om recht te spreken of het recht om een markt te hebben. 
De stad betaald de heer voor de rechten. Soms  is het maar voor één keer. Meestal is het recht nu altijd van de stad. 

Slide 19 - Tekstslide

Onafhankelijke steden
- Steden krijgen zo steeds meer macht.


- Rijke 'burgers' ofwel de burgerij besturen de stad.
(Burger = inwoner van een stad)


- Na lange tijd worden de steden onafhankelijk van de koning 

Slide 20 - Tekstslide

Samenvattend
KA 13 --> De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarische-urbane samenleving.

- Halverwege de middeleeuwen gaat het beter hiervoor zijn 4 redenen.

- Herleving (opnieuw) van agrarisch-urbane samenleving

Agrarisch = landbouw (domeinen/autarkisch(
Urbane = stedelijk (handel)

Slide 21 - Tekstslide

KA 14 --> Opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

- Steden groeien (KA13) --> krijgen steeds meer macht en onafhankelijkheid --> bestuurders van steden (burgerij) worden machtig.
Steden krijgen steeds meer stadsrechten en worden op die manier machtig

Slide 22 - Tekstslide

SE vraag
Werk voor jezelf: noteer het antwoord in je schrift
timer
4:00

Slide 23 - Tekstslide

SE vraag

Slide 24 - Tekstslide

Welk KA past hierbij?
A
de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
B
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
C
Het begin van staatsvorming en centralisatie
D
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben

Slide 25 - Quizvraag

Bij welk kenmerkend aspect past de
afbeelding?

Toelichting:
Plattegrond van de stad Utrecht
A
het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
B
de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarischurbane samenleving
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 26 - Quizvraag

In de late middeleeuwen kregen veel steden stadsrechten van de vorst. Bij welk kenmerkend aspect past deze ontwikkeling?
A
het begin van staatsvorming en centralisatie
B
het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
C
de opkomst van handel en ambachten die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-stedelijke samenleving
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden

Slide 27 - Quizvraag

Kenmerkende Aspecten
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
Hst 3 - De vroege middeleeuwen
Hst 4 - De late middeleeuwen
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten
Het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 28 - Sleepvraag

Lesdoelen:

Je kunt aan het einde van de les minimaal twee ontwikkelingen noemen die er voor zorgde dat Europa weer een agrarisch-urbane samenleving werd. 

Je kunt aan het einde van de les in je eigen woorden uitleggen hoe de steden een steeds belangrijkere rol kregen in de samenleving. 


Slide 29 - Tekstslide