Ster in Lezen les 5.3
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
zomer
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Waar hoort het bij?
U brengt post rond in de stad.
U brengt post rond in de stad.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 6 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
U werkt vijf dagen per week.
U werkt vijf dagen per week.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 7 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
Voor een groot kantoor in de stad.
Voor een groot kantoor in de stad.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 8 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
Je plukt groente en fruit.
Je plukt groente en fruit.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 9 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
U werkt 3 uur per dag.
U werkt 3 uur per dag.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 10 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
U heeft een rijbewijs en een auto.
U heeft een rijbewijs en een auto.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 11 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
U helpt de kok.
U helpt de kok.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 12 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
Je begint om 6 uur 's morgens.
Je begint om 6 uur 's morgens.
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 13 - Quizvraag
Waar hoort het bij?
U bent 18 jaar of ouder.
(laatste)
U bent 18 jaar of ouder.
(laatste)
A
koerier
B
hulp in de keuken
C
hulp in de kas
D
schoonmaker
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Maak een zin met "de vakantie".
Slide 18 - Open vraag
Maak een zin met "past bij".
Slide 19 - Open vraag
Waar zie je "werken"?
A
B
C
D
Slide 20 - Quizvraag
Zoek een foto van "de post".
Slide 21 - Open vraag
Wat zie je hier?
A
de vakantie
B
het kantoor
C
de stad
D
het dorp
Slide 22 - Quizvraag
Maak een zin met "de hulp".
Slide 23 - Open vraag
Zoek een foto van "de keuken".
Slide 24 - Open vraag
Wat zie je hier?
A
de post
B
de groente
C
het fruit
D
de kok
Slide 25 - Quizvraag
Niet langzaam, maar ...
Slide 26 - Open vraag
Maak een zin met "per week".
Slide 27 - Open vraag
Wat zie je hier?
A
de groente
B
het fruit
C
de keuken
D
de kok
Slide 28 - Quizvraag
Welk "fruit" vind jij lekker?
Slide 29 - Open vraag
Maak een zin met "je begint".
Slide 30 - Open vraag
Zoek een foto van "het kantoor".
(laatste)
(laatste)
