H5 Oriëntatie

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

De stad in de Middeleeuwen

Hoofdstuk 4

Geschiedenis - TG 1

Leerdoelen

Aan het eind van deze les...

...kan je benoemen over welk tijdvak hoofdstuk 4 gaat. (R)

...weet je van wanneer tot wanneer de tijd van steden en staten duurde. (R)

...je kan benoemen dat dit tijdvak gaat over de late Middeleeuwen. (R)

Wat is wat?

Dikgedrukt = een begrip

schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip

Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.

uitleg van moeilijk woord

Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

uitleg

Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Tijd van steden en staten

In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo'n kerk.

stadspoort

Een poort is iets waar je onderdoor kan lopen. Je kan een poort ook afsluiten, zodat er niemand meer doorheen kan. Een stadspoort is dan de poort van een stad.

1000-1500

Bron: De stadspoort van de Middeleeuwse stad werd bewaakt. (blz. 71)

Waar denk je aan bij:
STEDEN

Waar denk je aan bij:
STATEN

Tijd van steden en staten

1000-1500

Tijd van steden en staten

De tijd van steden en staten noemen we ook wel de late Middeleeuwen. 

Tijd van steden en staten

In het vorige tijdvak leefden de meeste mensen op het platteland. Rond het jaar 1000 veranderde dat, er ontstonden nieuwe steden. De mensen in die steden leefden van de handel en nijverheid. Deze mensen wilden graag een eigen bestuur. Dit had grote gevolgen.

platteland

Land dat buiten een stad ligt. Je vindt hier vaak landbouwgrond (met akkerbouw en veeteelt) en dorpen.

handel

Het kopen en verkopen van producten.

nijverheid

Het maken van producten van grondstoffen. Bijvoorbeeld van de grondstof 'wol' wordt het product 'deken' gemaakt.

bestuur

Hoe een stad of land geregeerd wordt.

Welke afbeelding past bij het tijdvak waar dit hoofdstuk over gaat?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe heet dit tijdvak?

1. Tijd van Grieken en Romeinen
2. Tijd van monniken en ridders
3. Tijd van ontdekkers en hervormers
4. Tijd van steden en staten

Van wanneer tot wanneer duurt dit tijdvak?

1. Van 500 tot 1000
2. Tot 3000 v. Chr.
3. Van 1000 tot 1500
4. Van 1500 tot 1600

Hoe wordt dit tijdvak ook wel genoemd?

1. De prehistorie
2. De oudheid
3. De vroege middeleeuwen
4. De late middeleeuwen

Welke woorden en jaartallen passen op de lege plekken?

Tijd van monniken en ridders

Tijd van steden en staten

1000

1500

1600

1

nu

Bekijk de bronnen. Beantwoord daarna de vragen.

Bron: De stadspoort van de Middeleeuwse stad werd bewaakt. (blz. 71)

Bron: Stadswachten in onze tijd. (blz. 71)

Past de zin bij de Middeleeuwen, nu of beide?

"De stadswachten hebben een uniform aan."

1. Middeleeuwen
2. Nu
3. Beide

Past de zin bij de Middeleeuwen, nu of beide?

"De kleding van de stadswacht is gemaakt van ijzer."

1. Middeleeuwen
2. Nu
3. Beide

Past de zin bij de Middeleeuwen, nu of beide?

"De stadswachten bewaken de ingang van de stad."

1. Middeleeuwen
2. Nu
3. Beide

Past de zin bij de Middeleeuwen, nu of beide?

"De stadswacht heeft geen wapen, maar kan de politie oproepen als er gevaar is."

1. Middeleeuwen
2. Nu
3. Beide

Past de zin bij de Middeleeuwen, nu of beide?

"Stadswachten lopen rond in de stad en letten op kleine overtredingen."

1. Middeleeuwen
2. Nu
3. Beide

Past de zin bij de Middeleeuwen, nu of beide?

"De stadswachten zijn zwaar bewapend."

1. Middeleeuwen
2. Nu
3. Beide

Welk beeldkenmerk zie je in de strip?

Welke twee beeldkenmerken zie je in de strip?

Begrippen uit deze les

• Tijd van steden en staten (1000-1500)
• late Middeleeuwen

• stadspoort
• uniform
• kerk

Hoe heet dit tijdvak?

1. Tijd van steden en staten
2. Tijd van monniken en ridders
3. Tijd van ontdekkers en hervormers
4. Tijd van Grieken en Romeinen

Hoe wordt dit tijdvak ook wel genoemd?

1. De prehistorie
2. De late middeleeuwen
3. De vroege middeleeuwen
4. De oudheid

Wat is een stadspoort?

1. Een poort van een dorp.
2. Een poort van een stad.
3. Een ding waar mensen doorheen kunnen.
4. Een plek waar mensen de stad binnen komen.

Wat is een uniform?

1. Werkkleding waarmee je kan zien welk beroep iemand heeft.
2. Kleding die je aandoet als je thuis bent.
3. Kleding die je aandoet als je naar de bioscoop gaat.
4. Werkkleding waarmee je niet kan zien welk beroep iemand heeft.

Op welke afbeelding zie je een kerk?

1. 
2. 
3. 
4. 

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.