2.4 Versnelde beweging

Deze les
Lees de uitleg en beantwoord de vragen die tussendoor gesteld worden.

Het huiswerk voor de volgende les staat op de laatste dia.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Lees de uitleg en beantwoord de vragen die tussendoor gesteld worden.

Het huiswerk voor de volgende les staat op de laatste dia.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de snelheid bij een eenparige beweging:
A
die wordt hoger
B
die wordt lager
C
die is constant
D
die is 0

Slide 2 - Quizvraag

Versnelde beweging
Nu gaan we kijken naar bewegingen waarbij de snelheid niet constant is, dit is een versnelling

Slide 3 - Tekstslide

Versnelde beweging:
afstand tussen de momenten wordt steeds groter

Slide 4 - Tekstslide

Eenparig versnelde beweging
Elke seconde neemt de snelheid evenveel toe,

dus neemt de snelheid gelijkmatig toe.

De versnelling blijft dus elke seconde hetzelfde.

Slide 5 - Tekstslide

Versnelling

De versnelling a (van: acceleration) kunnen we als volgt berekenen:


Waarin:

             = de versnelling in: m/s²

             = verschil tussen twee snelheden veind - vbegin in: m/s

             = gepasseerde tijd tussen twee tijdstippen teind - tbegin gerelateerd                     aan veind en vbegin: s


a
Δv
Δt
a=ΔtΔv

Slide 6 - Tekstslide

Eenheid van versnelling

Bekijk nog eens de formule voor de (gemiddelde) snelheid.



Deze formule geeft aan hoe snel de snelheid
toeneemt per seconde.

De eenheid van versnelling geeft dit al aan; 
m/s / s =  m/s² = meter per seconde per
seconde
. Dit is ook in de grafiek hiernaast

terug te zien; de snelheid wordt per seconde steeds groter.



a=ΔtΔv

Slide 7 - Tekstslide

Versnelling
De versnelling a = de steilheid van de lijn in het (v,t)-diagram
a=ΔtΔv

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de versnelling in het diagram?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de versnelling in het diagram?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de versnelling in het diagram?
A
2,7 m/s^2
B
-2,7 m/s^2
C
0 m/s^2
D
Kan niet

Slide 11 - Quizvraag

Negatieve versnelling?
Ja dat kan!
Een negatieve eenparige versnelling is een eenparige vertraging.

Je mag dus ook zeggen dat de vertraging 2,7 m/s^2 is.
a = -2,7 m/s^2

Slide 12 - Tekstslide

Vertraagde beweging: afstand tussen de momenten wordt steeds kleiner

Slide 13 - Tekstslide

Gemiddelde versnelling 
In de onderstaande afbeelding is de versnelling niet eenparig. Toch kunnen we hier dezelfde formule gebruiken. We vinden in dat geval niet de versnelling die overal geldt, maar de gemiddelde versnelling:




agem=ΔtΔv=6,04,0=0,67 ms2

Slide 14 - Tekstslide

Met de raaklijnmethode kun je de … bepalen uit een (v,t)-grafiek.
A
tijd
B
verplaatsing
C
snelheid
D
versnelling

Slide 15 - Quizvraag

Raaklijnmethode
Met de raaklijnmethode bereken je de grootte van de versnelling op een bepaald tijdstip in een (v,t)-diagram.
Dit wordt op dezelfde manier berekend als de snelheid op een bepaald tijdstip in een (x,t)-diagram (zie §2.3).

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de versnelling op tijdstip A?
a=ΔtΔv

Slide 17 - Open vraag

Met de oppervlaktemethode kun je de … bepalen uit een (v,t)-grafiek.
A
tijd
B
verplaatsing
C
snelheid
D
versnelling

Slide 18 - Quizvraag

Oppervlaktemethode
Met de oppervlaktemethode bepaal je de verplaatsing in een (v,t)-diagram, dit is de oppervlakte onder de grafiek.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de totale afgelegde afstand in de grafiek?
A
25 m
B
2,6102m
C
75 m
D
1,5102m

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
Maken: 16 t/m 20
Leren: 2.4

Slide 21 - Tekstslide