2.1a | Soorten steden | ALDJ

     Welkom bij aardrijkskunde!
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Vandaag  Soorten steden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

     Welkom bij aardrijkskunde!
Pak je leerboek, werkboek en schrift.
Vandaag  Soorten steden

Slide 1 - Tekstslide

  Parijs, Frankrijk

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zien de komende lessen er uit?
info 
Introductie Steden (H2)

Vaardigheden: Schaalrekenen

§2.1: Steden in de wereld
§2.2: De groei en opbouw van steden
§2.3: Leven in megasteden
      Kennistoets Steden (2.1-2.3)

Slide 3 - Tekstslide

opdracht 
filmpje 
  lesprogramma
De kenmerken van een stad
Op reis in Parijs
Soorten steden op de wereld
aantekening 

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je kunt de vier kenmerken van een stad noemen.
  Je kunt het verschil tussen megasteden, wereldsteden
  en hoofdsteden uitleggen.

Slide 5 - Tekstslide

Aantekening
Alles wat op het bord staat, schrijf
je mee in je schrift. Alles wat je extra
wilt opschrijven, bepaal je zelf.

Slide 6 - Tekstslide

De vier kenmerken van een stad
aantekening 

Slide 7 - Tekstslide

De vier kenmerken van een stad
aantekening 
Een stad heeft vier kenmerken:
  1. een bepaald aantal mensen
  2. veel gebouwen op een klein gebied
  3. een beroepsbevolking die vooral werkt in de industrie en dienstensector
  4. een groot aantal belangrijke voorzieningen, zoals een ziekenhuis, universiteit en winkels

Een stad is een dichtbebouwd gebied met veel voorzieningen 
en veel inwoners die in de industrie en diensten werken.

Slide 8 - Tekstslide

    Filmpje
Tijdens het filmpje ga je op zoek naar
zoveel mogelijk associaties bij het
woord "stad". Je schrijft deze op 
in je schrift.

Geef deze opdracht de titel
"Associaties van een stad - Parijs".
https://www.bnnvara.nl/3opreis/parijs-3
Het tweede filmpje

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
In de tekst van paragraaf 2.1 (leerboek 
p. 30-31) vind je vier soorten steden.
Deze soorten zijn dikgedrukt.
Gebruik de tekst en begrippenlijst 
(leerboek p. 47) en schrijf in je schrift 
de betekenis op van de begrippen.

Slide 10 - Tekstslide

aan de slag! 
WAT
HOE
HULP
TIJD
RESULTAAT
Maak opdracht 2, 3ab en 4 van paragraaf 2.1.
Zelfstandig. Maak de opdrachten in je werkboek (p. 38).
Gebruik je aantekening "De vier kenmerken van een stad", je aantekening over de soorten steden op de wereld en de tekst "Soorten steden" (leerboek p. 30).
10 minuten
Je kunt het verschil tussen megasteden, wereldsteden en hoofdsteden uitleggen.
KLAAR?
Je hebt de huiswerkopdrachten af!

Slide 11 - Tekstslide

leerdoelen 
Wat leer je deze les?

  Je kunt de vier kenmerken van een stad noemen.
  Je kunt het verschil tussen megasteden, wereldsteden
  en hoofdsteden uitleggen.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Maak opdracht 2, 3ab en 4 van paragraaf 2.1
(werkboek p. 38).
Volgende les
De ligging van steden

Slide 13 - Tekstslide