Les 7

Criminaliteit
§7 - Voor de rechter
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
§7 - Voor de rechter

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Les 1
  • 7.1 De dagvaarding
Les 2
  • 7.2 De rechtszaak

Slide 2 - Tekstslide

7.1 De dagvaarding

Slide 3 - Tekstslide

Dagvaarding
Als je vervolgd wordt moet je voor de rechter verschijnen. Je krijgt dan een dagvaarding: een oproep (brief) waarin staat dat je voor de rechter moet verschijnen, wanneer, waar en waarom.

Aantekening voor het examen

Slide 4 - Tekstslide

Rechterlijke instanties - I
Rechtbanken
  • Civiele sector: Zaken tussen burgers onderling
  • Sector bestuursrecht: Zaken tussen burger en overheid
  • Sector strafrecht: Behandeld overtredingen en misdrijven
       - overtredingen en lichte misdrijven door de politierechter
       - zwaardere misdrijven door de meervoudige kamer (3 rechters)
  • Sector kanton: Behandeld lichte overtredingen

Aantekening voor het examen

Slide 5 - Tekstslide

Rechterlijke instanties - II
Gerechtshoven: Behandeld het hoger beroep in een strafzaak. Zowel officier van justitie als verdachten kunnen in beroep gaan.

De Hoge raad: Alleen in Den Haag. Mocht er na het gerechtshof nogmaals in beroep gegaan worden kom je hier terecht. Rechter toetst dan alleen nog of de rechtsregels goed zijn toegepast. Niet meer of je schuldig of onschuldig bent


Aantekening voor het examen

Slide 6 - Tekstslide

7.2 De rechtszaak

Slide 7 - Tekstslide

Vrouwe Justitia

  • Personificatie van het recht

  • Blinddoek
  • Weegschaal
  • Zwaard

Slide 8 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link


1. 
De opening



Controleren van jouw gegevens

Aantekening voor het examen

Slide 11 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=tenlastelegging) voor

Aantekening voor het examen

Slide 12 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor



Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Getuigen mogen niet liegen.

Aantekening voor het examen

Slide 13 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst zelf vertellen wat er is gebeurd. Dan ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Aantekening voor het examen

Slide 14 - Tekstslide


5. 

Het requisitoir



De officier van justitie zet na de ondervragingen alles nog even op een rijtje en komt met de strafeis

Aantekening voor het examen

Slide 15 - Tekstslide


6. 
Het pleidooi



Jouw advocaat gaat jou verdedigen en vraagt om vrijspraak of een lichte straf. Soms doet de verdachte zelf zijn verdediging

Aantekening voor het examen

Slide 16 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord. Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier

Aantekening voor het examen

Slide 17 - Tekstslide


8. 

De uitspraak



De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven. Meestal is de uitspraak of het vonnis pas later

Aantekening voor het examen

Slide 18 - Tekstslide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 20 - Tekstslide

Examenvraag  2021 - I
Opdracht
Examenvraag

Slide 21 - Tekstslide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 22 - Open vraag

Antwoord
Opdracht
Examenvraag

Slide 23 - Tekstslide