In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Project: schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Lessen schrijven
1. uitnodiging schrijven
2. zakelijke mail
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
1. We werken samen aan deze opdrachten.
2. Je kunt een uitnodiging en een zakelijke mail schrijven.
3. Je kent het verschil tussen informele en formele taal.
Slide 3 - Tekstslide
Maak tweetallen!
Slide 4 - Tekstslide
Situatie
Je gaat een klassenuitje organiseren. Het lijkt je leuk om met de hele klas naar een all-you-can-eat restaurant te gaan. In zo'n restaurant kun je een paar uur voor een vaste prijs eten.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 1
1. Zoek een all-you-can-eat restaurant. Schrijf naam en adres op.
2. Welke soorten gerechten kun je er eten?
3. brainstormen: wat moet er allemaal in een uitnodiging staan?
timer
3:00
Slide 6 - Tekstslide
Wat hoort er in een uitnodiging?
Slide 7 - Woordweb
Uitnodiging
A) Voor wie?
B) Wat?
C) Wanneer?
D) Waar?
E) Waarom?
Gebruik plaatjes in je uitnodiging Hoe trek je de aandacht? Denk aan lettertypes, vergrote woordenen kleur
Slide 8 - Tekstslide
Maak de uitnodiging!
Denk aan de volgende punten:
-
timer
15:00
Maak de uitnodiging op je iPad;
Zorg voor volledige informatie;
Maak gebruik van kleur, verschillende lettertypes en vergroot worden.
Slide 9 - Tekstslide
Presenteer je uitnodiging
Bewaar je uitnodiging
Slide 10 - Tekstslide
Aanpassen en bespreken uitnodiging
Formeel en informeel taalgebruik
Slide 11 - Tekstslide
1. Klaar met het schrijven van jullie uitnodiging?
2. Wissel dan jullie uitnodiging uit met die van een andere groep.
3. Geef feedback op de uitnodiging.
4. Verwerk de feedback die je hebt gekregen.
Gluren bij de buren!
timer
5:00
Slide 12 - Tekstslide
Formeel en informeel
Formeel:
- Je spreekt de ander aan met 'u'
- Je gebruikt nette taal
- Je bent netjes en beleefd
Tegen wie bijvoorbeeld?
Informeel:
- Je mag 'je' en 'jou' zeggen
- Vlottere taal gebruiken
- Je mag grapjes maken
Tegen wie bijvoorbeeld?
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van formeel taalgebruik?
A
Jo! gast fijn je weer te zien!
B
He Henk, ga je naar de winkel?
C
Bedankt voor uw mail.
D
Groetjes..
Slide 14 - Quizvraag
Bij formeel taalgebruik...
A
Spreek je de ander aan met u
B
Gebruik je smiley's in de tekst
C
Zeg je Hoi
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Slide 16 - Open vraag
Wat hoort bij elkaar?
Formeel
Informeel
Met vriendelijke groet,
Jip Joppe
Groetjes,
Jip
Geachte meneer De Jong,
Lieve mama,
Slide 17 - Sleepvraag
Informeel
Formeel
Idioot dat ze dat doen!
belachelijk
In eerste instantie was ons idee om u om hulp te vragen.
Heb je gehoord hoe het zit?
Nou, ik dacht het niet.
Vriendelijk bedankt.
Slide 18 - Sleepvraag
Van informeel naar formeel
Slide 19 - Open vraag
Situatie (2)
Iedereen is enthousiast om te gaan eten bij dit restaurant. Je gaat direct reserveren. Later hoor je dat sommige klasgenoten het toch wel duur vinden. Je mentor is het daar mee eens. Hij zegt dat je kunt proberen groepskorting te krijgen.
Slide 20 - Tekstslide
Zakelijke mail
Zakelijke mail
Slide 21 - Tekstslide
Zakelijke mail
Slide 22 - Woordweb
Wat is een correcte aanhef voor de mail?
A
Hoi meneer/mevrouw,
B
Beste meneer/ mevrouw,
C
Geachte meneer/ mevrouw,
D
Ha meneer/ mevrouw,
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een correcte slotgroet voor een zakelijke mail?
A
groetjes...
B
Met vriendelijke groet,
C
Doei...
D
Groeten,
Slide 24 - Quizvraag
Maak opdracht 3
Gebruik je boek blz. 241 en 242
Klaar? Gluren bij de buren.. En aanpassen!
Volgende les werken we verder!
Slide 25 - Tekstslide
1. Klaar met het schrijven van jullie zakelijke mail?
2. Wissel dan jullie email uit met die van een andere groep.
3. Geef feedback op de email.
4. Verwerk de feedback die je hebt gekregen.
Gluren bij de buren!
Slide 26 - Tekstslide
Morgen verder...
Morgen verder...
Slide 27 - Tekstslide
Project: schrijven
Les 2
Slide 28 - Tekstslide
Zakelijke mail
Zakelijke mail
Slide 29 - Tekstslide
Lessen schrijven
Voorbereiding klas 3:
1. uitnodiging schrijven
2. zakelijke mail
Slide 30 - Tekstslide
Doelen
1. We werken samen aan deze opdrachten.
2. Je kunt een uitnodiging en een zakelijke mail schrijven.
3. Je kent het verschil tussen informele en formele taal.
Slide 31 - Tekstslide
Situatie (1)
Je gaat een klassenuitje organiseren. Het lijkt je leuk om met de hele klas naar een all-you-can-eat restaurant te gaan. In zo'n restaurant kun je een paar uur voor een vaste prijs eten.
Slide 32 - Tekstslide
Situatie (2)
Iedereen is enthousiast om te gaan eten bij dit restaurant. Je gaat direct reserveren. Later hoor je dat sommige klasgenoten het toch wel duur vinden. Je mentor is het daar mee eens. Hij zegt dat je kunt proberen groepskorting te krijgen.
Slide 33 - Tekstslide
Zakelijke mail
Slide 34 - Woordweb
Wat is een correcte aanhef voor de mail?
A
Hoi meneer/mevrouw,
B
Beste meneer/ mevrouw,
C
Geachte meneer/ mevrouw,
D
Ha meneer/ mevrouw,
Slide 35 - Quizvraag
Wat is een correcte slotgroet voor een zakelijke mail?
A
groetjes...
B
Met vriendelijke groet,
C
Doei...
D
Groeten,
Slide 36 - Quizvraag
Maak opdracht 3
Gebruik je boek blz. 241 en 242
Over 20 minuten: Gluren bij de buren...
timer
20:00
Slide 37 - Tekstslide
1. Klaar met het schrijven van jullie zakelijke mail?
2. Wissel dan jullie email uit met die van een andere groep.
3. Geef feedback op de email.
4. Verwerk de feedback die je hebt gekregen.
Gluren bij de buren!
Slide 38 - Tekstslide
Zakelijke mail: checklist
1. email-adressen
2. onderwerp:
3. aanhef
4. alineaverdeling
5. inleiding, kern en slot
6. afsluiting/ slotgroet
Laat de mail voordat jullie het inleveren eerst door de docent checken!