Het bewegingsstelsel

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
  • Het skelet
  • De botten
  • Gewrichten
  • pathologie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel botten bestaat het skelet?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Skelet
Alle botten bij elkaar
  • Ongeveer 206 botten
  • Een baby 350 botten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het skelet?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De botten

  • Botvlies (periost), vlies om  de buitenzijde van het bot
  • Bevat zenuwen, bloedvaten en lymfe
  • Botweefsel:  compact en sponsachtig

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botweefsel
  • Levend weefsel 
  • Er wordt continu bot aangemaakt en afgebroken

  • 3 belangrijke cellen die de botopbouw regelen 1. osteocyten (botcellen), 2. osteoblasten (botvormende cellen) en 3. osteoclasten (botafbrekende cellen)


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botweefsel
  • Kalkzouten
  • Collagene vezels (elastische vezels)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteocyten
  • Botcellen
  • Meten de druk op het bot
  • Bij toename druk, meer bot aanmak 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoblasten
  • Zorgen voor de aanmaak van botweefsel
  • Worden osteocyten 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoclasten
  • Breken het bot weer af
  • Werken hard, iedere tien jaar is het skelet vervangen.
  • Regeling hoeveelheid calcium in het bloed
  • Calcium laag, meer botafbraak
  •  Calcium hoog, minder bot afbraak

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Wat wordt bedoeld met botmatrix en uit welke bestanddelen bestaat die matrix?
De basis van elk bot, opgebouwd uit collageen en vormt daardoor erg plooibare vezels. Het collageen is als ijzer in gewapend beton. Rond en tussen de plooibare vezels zorgt een neerslag van calciumfosfaatverbindingen voor een vaste en stevige structuur. Dit is zowat het cement van onze botten
Soorten botten
  • Pijpbeenderen
  • Korte beenderen
  • Platte beenderen
  • Onregelmatige beenderen
  • Sesambeenderen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten

  • Beweegbare verbinding tussen 2 of meer botdelen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een soort gewricht en een voorbeeld daarvan

Slide 15 - Woordweb

Kogelgewricht (schouder en heup)
Eigewricht (polsgewricht)
Zadelgewricht (duim)
Scharniergewricht ((elleboog en knie)
Rolgewricht (onderarm)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De spieren
Zonder spieren kunnen  botten en gewrichten niet bewegen

  • Dwarsgestreepte spieren
  • Gladspierweefsel
  • Hartspierweefsel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Pathologie

  • Osteoporose
  • Artrose
  • Reumatoïde artritis
  • Jicht
  • Heupfractuur

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose

  • Aandoening waarbij de botsterkte/ botmassa afneemt

Slide 20 - Tekstslide

Bot lijkt een hard, onbuigzaam materiaal dat nauwelijks verandert. Maar in feite is er in een gezond lichaam een constant evenwicht tussen afbraak en opbouw van botmassa. Als er meer bot wordt afgebroken dan er nieuw bot wordt aangemaakt, verliezen we botmassa. Dan begint er osteoporose. Onze botten worden zwakker en zullen eerder breken.

Over het algemeen maken we tot ons 35e levensjaar meer bot aan dat we afbreken. Er is dan sprake van hogere op- dan afbouw.
Benoem een aantal risicofactoren voor het ontstaan van osteoporose

Slide 21 - Woordweb

Erfelijkheid
Menopauze (minder oestrogeen en oestrogeen remt de bot afbraak)
Medicijnen zoals prednison of ontstekingsremmers
De laag lichaamsgewicht
Maanden lang weinig lichaamsbeweging

Reumatische artritis
Eetstoornissen

Artrose

Reumatische aandoening waarbij het kraakbeen in kwaliteit achteruit gaat.

Slide 22 - Tekstslide

Erfelijke aanleg
Vroeger opgelopen sportblessure
Overgewicht
Langdurige zware belasting
Zwaar lichamelijk werk
Te veel en te intensief sporten
RA
Reumatoïde artritis
  • Auto-immuunziekte
  • Het afweersysteem veroorzaak een ontsteking in het synovium

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jicht
  • Is een reumatische aandoening.
  • Ontstaat doordat er te veel urinezuur in het bloed zit.
  • Urinezuur vormt kristallen.
  • Deze kunnen neerslaan in gewrichten en andere weefsels
  • In het gewricht kan er dan een ontsteking ontstaan

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinezuur 
  • Ontstaat bij de afbraak van purine
  • Purine komt in ons bloed omdat het een afbraak product is van eiwitten en via ons voedsel

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heupfracturen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kop/hals + totale heupprothese

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies