6.3 Kunst

Elisabeth Ikkersheim
Geboren op 10 januari 1935 in Den Haag.

In oktober 1942 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Elisabeth Ikkersheim
Geboren op 10 januari 1935 in Den Haag.

In oktober 1942 gedeporteerd naar en vermoord in Auschwitz

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Keuzemenu 
Keuze 1: Doe mee met de regulieren les. Volg de instructies van de docent

Keuze 2: Ga zelfstandig aan de slag. Doe het volgende: 
  • Lees 6.3 goed door 
  • Neem de lessonup 6.3 Kunst goed door en maak de vragen 
  • Werk leerdoel  4 van 6.3 uit (zie achterin H6). 

Maak een keuze! Niets doen is geen optie!

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 8 (blz. 130)
  • A. Bestuur Republiek: Staten-Generaal, Gewestelijke Staten, stadhouder, raadspensionaris (leerdoel 1 en 5). In de Staten-Generaal, waarin afgevaardigden van de Gewestelijke Staten bijeenkwamen, was de raadspensionaris van Holland een machtige man. De stadhouder was legerbevelhebber.
  • B Bestuur Republiek: particularisme, Oranjegezinden, Willem III, staatsgezinden (leerdoel 1, 2 en 5). In de tijd van Willem III kregen de Oranjegezinde regenten, die meer macht wilden geven aan de stadhouder, steeds meer bestuursfuncties. Dit ging ten koste van de staatsgezinden die particularisme nastreefden.
  • C Geloof Republiek: orthodoxen, gematigden, Maurits, Oldenbarnevelt (leerdoel 1 en 2). In het Twaalfjarig Bestand stonden twee richtingen binnen de protestantse kerk tegenover elkaar: de gematigden met raadspensionaris Oldenbarnevelt als politiek leider en de orthodoxen met stadhouder Maurits aan hun zijde.
  • D Bestuur Republiek: 1672, Keulen, Engeland, Münster (leerdoel 3). Tijdens het Rampjaar 1672 werd de Republiek aangevallen door Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen.
  • E Bestuur Frankrijk: absolutisme, Bossuet, koning, droit divin (leerdoel 3 en 5). In het bestuur van Frankrijk gold het absolutisme als uitgangspunt, met bijzonder veel macht voor de koning. Dit was gebaseerd op het droit divin geformuleerd door bisschop Bossuet.
  • F Geloof Frankrijk: katholiek, Edict van Nantes, Lodewijk XIV, hugenoten (leerdoel 3). In Frankrijk schafte de streng katholieke koning Lodewijk XIV het Edict van Nantes af, waardoor de hugenoten hun burgerrechten en recht op gewetensvrijheid verloren.
 G Bestuur Engeland: Jacobus I, Jacobus II, Maria Stuart, Anglicanen (leerdoel 4 en 5). In Engeland waren de Anglicanen bang dat de katholieke koningen Jacobus I en later Jacobus II te veel macht en rechten toekenden aan de katholieken. Daarom gaven zij er de voorkeur aan om te worden geregeerd door de protestantse Willem III die gehuwd was met de protestantse Engelse prinses Maria Stuart.
 H Geloof Engeland: parlement, Glorious Revolution, Bill of Rights, Willem III (leerdoel 4 en 5). Willem III en Maria Stuart, zijn echtgenote, mochten in 1688 van het Engelse Parlement het bestuur over Engeland op zich nemen nadat zij instemden met de Bill of Rights, waarmee de macht van de koning werd beperkt. Deze gebeurtenis heet de Glorious Revolution.

Slide 6 - Tekstslide

In KA 24: wat wordt er bedoeld met de bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Republiek?

Slide 7 - Open vraag

In KA 24: wat wordt er bedoeld met de bloei in economisch opzicht van de Nederlandse Republiek?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Een bewering: Dit schilderij illustreert verschillende aspecten van de zeventiende eeuw, namelijk de economische bloei en de culturele bloei van de Republiek en het ontstaan van wereldwijde handelscontacten.
Maak voor elk van deze drie aspecten duidelijk dat het schilderij dit aspect illustreert.

Slide 11 - Open vraag

Opdracht (rest van de les)
  1. Individueel (in stilte): Lees 6.3 nauwkeurig door
  2. Individueel (in stilte): Werk 6.3 leerdoelen 1 t/m 3 uit
  3. In vijftallen: maak opdracht 2 van 6.3 (blz. 134)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit voor beide schilderijen uit bij welk Kenmerkend aspect uit de 17e eeuw ze passen.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Renaissance vs WR
  • Continuïteit: Kritische en nieuwsgierige houding: Gebruik van Ratio (Verstand)
  • Verandering: In de renaissance hield men veel vast aan oude kennis uit de klassieke oudheid. In de wetenschappelijke revolutie op zoek naar nieuwe kennis, doormiddel van observeren en experimenteren
  • Renaissance: Kritische en nieuwsgierig
  • Wetenschappelijke revolutie: Observeren en experimenteren

Slide 16 - Tekstslide

Een van de bekendste wetenschappers uit de tijd van 'Regenten & Vorsten' was Newton (zie plaatje). Welke uitspraak past bij de werkwijze van de wetenschappers in de tijd van de wetenschappelijke revolutie? De wetenschappers:
A
kwamen voornamelijk uit de Republiek.
B
twijfelden niet aan de juistheid van de Bijbel.
C
vertrouwden steeds meer op hun eigen waarnemingen.
D
vonden dat de filosofen uit de Oudheid per definitie gelijk hadden.

Slide 17 - Quizvraag

Dit is geen goed voorbeeld van de wetenschappelijke revolutie
A
Eigen waarnemingen
B
Alles voor waar aannemen
C
Experimenteren
D
Logisch nadenken

Slide 18 - Quizvraag

Wat was er nieuw aan de wetenschappelijke
revolutie van de zeventiende eeuw?
A
observeren
B
ratio
C
waarnemen
D
experimenten

Slide 19 - Quizvraag

15. Gebruik bron 8
Van Diemerbroeck beweert dat zijn onderzoek naar de pest beter is dan dat van zijn voorgangers.
Verklaar zijn mening door:
met een verwijzing naar de bron aan te geven dat Van Diemerbroeck aansluit bij de werkwijze die past bij de wetenschappelijke revolutie. (2p)

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide