TL Ordening basisstof 4 en 5 (Schimmels en bacteriën)

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Terugkijken naar
-Basisstof 4: Schimmels
-Schimmelscel
-Nuttig/schadelijk
Uitleg basisstof 5: bacteriën
Opdrachten
(SO Cellen afspreken)

Slide 2 - Tekstslide

Schimmels... Hoe zag de cel er ook alweer uit?
Welke onderdelen?

Slide 3 - Open vraag

Alle cellen op een rijtje

Slide 4 - Tekstslide

Het rijk van de schimmels BS 4

Slide 5 - Tekstslide

Schimmels
  • hebben celkernen
  • hebben celwanden
  • hebben geen bladgroenkorrels
  • opgebouwd uit dunne schimmeldraden
  • planten zich voort door sporen

Slide 6 - Tekstslide

Wat doen schimmels dat nuttig is voor ons?

Slide 7 - Open vraag

Nuttig
  • ruimen dode resten op van organismen
  • van de penseelschimmel wordt antibiotica ( penicilline) gemaakt (maken bacteriën dood)
  • sommige paddenstoelen kun je eten

Slide 8 - Tekstslide

Bereiding van voedsel
  • gist in brood
  • franse schimmelkaas
  • bier
  • wijn

Slide 9 - Tekstslide

Waarom kunnen schimmels ook schadelijk/gevaarlijk zijn?

Slide 10 - Open vraag

Schadelijke schimmels
  • kunnen voedsel bederven
  • veroorzaken zwemmerseczeem

Slide 11 - Tekstslide

Thema 3 basisstof 4: opdrachten 1,2 4 6 7 en 8
WIE HEEFT HET NIET AF?

Slide 12 - Tekstslide

3.5 bacteriën
Bacteriën zijn eencellig en hebben geen celkern, wel een celwand.

ze planten zich voort door middel van delingen.

Slide 13 - Tekstslide

Bacteriën
 Met een gewone microscoop alleen als 
 kleine puntjes of streepjes ziet. 
je moet een speciale elektronenmicroscoop hebben om ze goed te zien.
                                         
Alleen als je ze honderdduizenden keren vergroot, kun je zien hoe ze 
er in werkelijkheid uitzien.

Slide 14 - Tekstslide

Een bacterie
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit 1 cel
D
is geen cel

Slide 15 - Quizvraag

Voortplanting 
van bacteriën
Bacteriën planten zich voort door te delen.
Hoe ze dat doen?

1.  Eén bacterie deelt in tweeën.
2.  Die 2 groeien totdat ze weer even groot zijn.
3.  Dan gaan die 2 zich ook weer delen.
4.  Dan zijn er 4 en die gaan zich ook weer delen......

Bij gunstige omstandigheden delen ze zich elk half uur. 
Er moet dan voedsel en vocht zijn en de temperatuur moet goed zijn. 
Er ontstaat dan een hele grote groep, zo'n groep noem je een bacteriekolonie. 
Een bacteriekolonie kun je met het blote oog zien.


Slide 16 - Tekstslide

bacteriën
vermenigvuldigen door:
 delen, groeien, delen, groeien, delen, groeien, delen............




Slide 17 - Tekstslide

Even rekenen
Stel je voor: een bacterie kan zich elk half uur (=30 minuten) delen. Je begint met 1 bacterie.
-Na een half uur heb je ........... bacteriën
- Na een uur heb je ........... bacteriën
-Na anderhalf uur heb je ....... bacteriën

En na 4 uur??







Slide 18 - Tekstslide

De meeste bacteriën voeden zich met resten van dode organismen. 
Zo ruimen bacteriën andere organismen op. 
Het menselijk lichaam telt 10 x meer bacteriën dan cellen
Het menselijk lichaam telt 10x meer bacterien dan cellen
In de darmen zitten ontzettend veel bacteriën. De meeste zijn nuttig. 
Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Door de goede, nuttige bacteriën hebben schadelijke bacteriën geen kans. Nuttige bacteriën beschermen de huid.
In je mond zitten 25 x meer bacteriën 
dan er mensen op de aarde leven.
Het zijn veel nuttige bacteriën maar er zijn ook schadelijke bacteriën.
Nuttige bacteriën

Slide 19 - Tekstslide

Voortplanting van Bacteriën:
Bacteriën planten zich voort
door te delen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 20 - Quizvraag

Voedsel maken

Bacteriën kunnen een rol hebben bij het maken van voedsel.

Die speciale bacteriën worden gebruikt bij het maken van voedingsmiddelen.

Slide 21 - Tekstslide



Dit product is gemaakt
met bacteriën.

zuurkool
A
ja
B
nee, juist met schimmels
C
soms wel
D
soms niet

Slide 22 - Quizvraag

Schadelijke bacteriën
Voedsel bestaat uit (delen van) organismen.

Voorbeelden hiervan zijn: vlees, vis, fruit en groenten. 

Voor bacteriën is dat voedsel, daarom kunnen ze daar 
goed op leven. 

Het voedsel gaat daardoor bederven. Als wij bedorven voedsel eten, kunnen we daarvan ziek worden.

Er zijn bepaalde soorten bacteriën die mensen ziek kunnen maken. De huisarts zal dan een antibioticum voorschrijven.
Dat antibioticum dood de schadelijke bacteriën.
Een voorbeeld is penicilline maar er zijn meer antibiotica.
longontsteking
blaasontsteking

Slide 23 - Tekstslide

Praktijk
Bacteriekolonies
(niet mogelijk in 2021)
Je moet wel snappen en kunnen uitleggen hoe het zit

Slide 24 - Tekstslide

Petrischaal met voedingsbodem.

Dit kunnen we helaas in januari 2021 niet uitvoeren
Met een wattenstaafje met bacteriën, wordt over de voedingsbodem gestreken

THUIS NIET uitvoeren!

Slide 25 - Tekstslide

Bacterie kolonie
Meerdere bacteriën bij elkaar. 
Te zien zonder microscoop

Met een wattenstaafje (met bacteriën) is zachtjes 
in de voeding gedrukt. 

De bacteriën delen, ze vermeerderen zich.
Je ziet hier verschillende bacterie kolonies.

Met een wattenstaafje (met bacteriën) is zachtjes in de voeding gedrukt en zijn er 'streepjes'  over de voeding getrokken.

De bacteriën delen, ze vermeerderen zich.

Je ziet bacterie kolonies (een kolonie wordt gevormd door heel veel bacteriën bij elkaar. 

Slide 26 - Tekstslide

Bacteriën hebben
A
wel een celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand wel een celkern geen bladgroenkorrels
C
geen celwand geen celkern wel bladgroenkorrels
D
wel een celwand geen celkern geen bladgroenkorrels

Slide 27 - Quizvraag

Roy zegt: Bacteriën planten
zich voort door deling

Emily zegt dat bacteriën zich voeden met dode resten van organismen
A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Roy: waar Emily: niet waar
D
Roy: niet waar Emily: waar

Slide 28 - Quizvraag

Bacteriën
A
zijn nuttig omdat ze een beschermende laag op je huid vormen
B
zijn nuttig voor de natuur, ruimen (resten) van organismen op
C
zijn nuttig omdat ze voorkomen dat het glazuur van je tanden wordt aangetast
D
A, B en C zijn waar

Slide 29 - Quizvraag

Bacteriën kunnen zich elke 30 minuten delen. Als er één is:

Roy zegt: Na 2 uur zijn er dan al 16
Tess zegt:
Na 4 uur zijn er dan al 256

A
Beide waar
B
Beide nietwaar
C
Roy: waar Tess: nietwaar
D
Roy: nietwaar Tess: waar

Slide 30 - Quizvraag

Antibiotica doodt alle bacteriën
Wat is daarvan het nadeel?
Leg uit!

Slide 31 - Open vraag

3.5 opdrachten 1,2 3 (gebruik tekst in je boek)
 opdrachten 5, 7 en 8 (lastiger)

Slide 32 - Tekstslide

-Volgende week: SO
-de SO duurt 10 minuten
-Online via LessonUp
-Op papier in het lokaal


Waar gaat de SO over?
  • Basisstof 1 (ZONDER het stukje over soorten) Maar vooral de 4 verschillende cellen
  • Basisstof 2 (Symmetrie en skelet) en 6 groepen dieren
  • Basisstof 3 (groepen planten)
  • Basisstof 4 en 5: Je moet van zowel bacteriën als schimmels 1 voordeel en 1 nadeel kunnen benoemen.

Slide 33 - Tekstslide