h5: Arbeidsmarkt in ontwikkeling & h6: De uitdagingen van onze verzorgingsstaat

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

5. Arbeidsmarkt in ontwikkeling

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Noem twee nadelen van krapte op de arbeidsmarkt?

Slide 7 - Open vraag

Hoe staat het nu (2020) met de krapte op de arbeidsmarkt?
Zoek op internet op!

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Noem drie maatregelen die het doel hebben werkloosheid te voorkomen?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Werkgelegenheid is:
A
de vraag naar arbeidskrachten
B
het totaal van alle mensen die een baan zoeken.
C
het aanbod van arbeidskrachten.
D
de ontmoetingsplaats van werkgevers en werknemers.

Slide 18 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid ontstaat wanneer:
A
het economisch slechter gaat in een land.
B
door wrijving op de arbeidsmarkt een arbeidskracht tijdelijk zonder werk zit.
C
bepaalde mensen, zoals medewerkers van een pretpark, tijdelijk werkloos zijn.
D
sommige bedrijfstakken verplaatst worden naar lagelonenlanden.

Slide 19 - Quizvraag

In geval van hoogconjunctuur:
I. zal de werkloosheid afnemen.
II. groeit de economie.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I en II zijn beide juist.
C
I en II zijn beide onjuist.
D
I is onjuist, II is juist.

Slide 20 - Quizvraag

Mensen boeken steeds vaker vakantiereizen online. Daardoor sluiten er reisbureaus en worden de medewerkers ontslagen. Hier is sprake van:
A
frictiewerkloosheid.
B
structurele werkloosheid.
C
seizoenswerkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 21 - Quizvraag

H6: De uitdagingen van onze verzorgingsstaat

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

De uitdaging
Onze uitgebreide verzorgingsstaat kost veel geld. In deze les stellen we de vraag: 

Met welke problemen en uitdagingen heeft onze verzorgingsstaat te maken?

Slide 24 - Tekstslide

kritiek op de verzorgingsstaat:
De verzorgingsstaat is duur.

De verzorgingsstaat maakt passief. 

Misbruik van voorzieningen.

Slide 25 - Tekstslide

De kosten
Bijna 70 procent van de overheidsuitgaven gaat naar de verzorgingsstaat. Het aantal mensen dat hiervan gebruik maakt is groter dan verwacht:

In 1970 deden 170.000 mensen een beroep op de bijstand, nu zijn dat er 416.000.

Het aantal AOW-uitkeringen steeg van 800.000 in 1960 naar ruim 3 miljoen nu.

De kosten van de gezondheidszorg stegen van 17 miljard in 1980 naar 100 miljard nu. 

Slide 26 - Tekstslide

passief
De vele uitkeringen en toeslagen kunnen mensen passief maken. Iemand met een bijstandsuitkering kan vaak ook huurtoeslag en zorgtoeslag aanvragen. Hierdoor gaan ze er financieel nauwelijks op vooruit als ze werk vinden met bijvoorbeeld minimumloon.  

Slide 27 - Tekstslide

misbruik
We spreken van misbruik van voorzieningen als mensen meer geld van de overheid ontvangen dan dat ze, gezien hun situatie, zouden moeten krijgen. 


Slide 28 - Tekstslide

Wat doet de overheid met deze kritiekpunten?
De regering voert bezuinigingen door. De uitkeringen zijn lager en het is moeilijker geworden om een uitkering te krijgen.

De overheid neemt maatregelen om werken te stimuleren. Voorbeelden zijn de Participatiewet en het verhogen van de pensioenleeftijd.

De overheid is meer gaan controleren op misbruik. 

De overheid geeft mensen en bedrijven meer eigen verantwoordelijkheid. 

Slide 29 - Tekstslide

Nog een aantal problemen die we hebben...

Slide 30 - Tekstslide

vergrijzing
Stijgende kosten voor de AOW en de zorg. 

Te weinig arbeidskrachten om de zorg uit te voeren.

Spanningen tussen generaties. Wie betaalt de rekening? Solidariteit is hierbij belangrijk.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

zzp'ers
De flexibilisering van de arbeidsmarkt. Het aantal onverzekerde zzp’ers en mensen met een tijdelijk contract stijgt. 

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Dit heb ik niet begrepen

Slide 36 - Open vraag