les 10 taaltechnieken

Les 10: taaltechnieken
1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 10: taaltechnieken

Slide 1 - Tekstslide

INLEIDING

Slide 2 - Tekstslide

Laat jij je beïnvloeden door reclame?
JA
NEE

Slide 3 - Poll

Kruidvat
Albert Heijn
MediaMarkt
Steeds verrassend, altijd voordelig.
Dat is het lekkere van ...
Ik ben toch niet gek!

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Video

Aan welk merk doet dit liedje je denken?

Slide 6 - Open vraag

Reclame speelt in op actuele gebeurtenissen.
JA
NEE

Slide 7 - Poll

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Welke slogan bevat een vergelijking zonder het vergelijkingswoord 'als'?

Slide 11 - Open vraag

Welk doel heeft reclame volgens jou?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Product placement






Product placement is de promotie van producten en merken in films, tv-programma’s, boeken en andere producties, zonder dat voor het publiek duidelijk is dat het om reclame gaat.

Slide 14 - Tekstslide

NAAR HET WERKBOEK...
WB p.116

Slide 15 - Tekstslide

Lees het artikel.

Slide 16 - Tekstslide

Opdrachten
  1.  Waarom vinden reclamemakers het zo belangrijk om op te vallen?
  2. Beschrijf het wedpon-focus-effect in je eigen woorden.

Slide 17 - Tekstslide

Van welke stijlfiguur maken Solmar Tours en Bomenbezorgd gebruik?
A
personificatie: een verpersoonlijking van levenloze objecten
B
woordspeling: een humoristische woordencombinatie
C
alliteratie: gelijke beginklanken
D
metafoor: een vorm van vergelijking zonder vergelijkingswoord 'als'

Slide 18 - Quizvraag

Welke slogan is voor jou de grootste kanshebber voor 'Slechtste slogan van het jaar'?
A

Slide 19 - Quizvraag

Waarom heb jij voor deze slogan gekozen?

Slide 20 - Open vraag

Volgens de website 'Mediawijs' houdt reclame ook gevaar in.

Slide 21 - Tekstslide

Ben jij het eens met deze uitspraak?
A
Eens
B
Oneens

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht 2
Nonkels & Nichten is een jonge onderneming die ontbijtboxen met eerlijke en lokale producten aan huis levert. De bedrijfsleiders deden een brainstorm naar mogelijke slogans.

Lees de slogans in je WB p.117.

Slide 23 - Tekstslide

Welke slogan brengt door figuurlijk taalgebruik een komisch effect teweeg?

Slide 24 - Open vraag

Welke slogans maken iets groter of sterker dan het is?

Slide 25 - Open vraag

Welke slogan gebruikt tegengestelden?

Slide 26 - Open vraag

Welke slogan bevat een vergelijking met 'als'?

Slide 27 - Open vraag

Welke slogan bevat een vergelijking zonder het vergelijkingswoord 'als'?

Slide 28 - Open vraag

Welke slogan geeft een menselijke eigenschap aan een ding?

Slide 29 - Open vraag

Welke slogans plaatsen woorden bij elkaar die met dezelfde klank beginnen?

Slide 30 - Open vraag

Stijlfiguren
  •  vergelijking
  • metafoor
  • personificatie
  • tegenstelling
  • overdrijving
  • woordspeling
  • alliteratie

Slide 31 - Tekstslide

NAAR HET WERKBOEK...
WB p.119

Slide 32 - Tekstslide


A
metafoor
B
tegenstelling
C
alliteratie
D
personificatie

Slide 33 - Quizvraag


A
hyperbool
B
tegenstelling
C
alliteratie
D
personificatie

Slide 34 - Quizvraag


A
metafoor
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
hyperbool

Slide 35 - Quizvraag


A
metafoor
B
tegenstelling
C
alliteratie
D
woordspeling

Slide 36 - Quizvraag


A
vergelijking
B
tegenstelling
C
metafoor
D
personificatie

Slide 37 - Quizvraag


A
alliteratie
B
tegenstelling
C
woordspeling
D
personificatie

Slide 38 - Quizvraag


A
metafoor
B
tegenstelling
C
alliteratie
D
personificatie

Slide 39 - Quizvraag


A
alliteratie
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
personificatie

Slide 40 - Quizvraag


A
metafoor
B
tegenstelling
C
alliteratie
D
vergelijking

Slide 41 - Quizvraag


A
metafoor
B
tegenstelling
C
alliteratie
D
hyperbool

Slide 42 - Quizvraag

Extra oefenen...
Heb jij het groene kadertje helemaal begrepen?

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 47 - Open vraag

Slide 48 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 49 - Open vraag

Slide 50 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 51 - Open vraag

Slide 52 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 53 - Open vraag

Slide 54 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 55 - Open vraag

Slide 56 - Tekstslide

Welke stijlfiguur wordt hier afgebeeld?

Slide 57 - Open vraag

Opdracht 4
WB p.121-122

Slide 58 - Tekstslide

Welke kenmerken zijn aanwezig in deze slogan?

Slide 59 - Woordweb

Is dit een kwalitatieve slogan?
A
Ja
B
Nee

Slide 60 - Quizvraag

Welke kenmerken zijn aanwezig in deze slogan?

Slide 61 - Woordweb

Is dit een kwalitatieve slogan?
A
Ja
B
Nee

Slide 62 - Quizvraag

DCO Een slogan maken
Volg het stappenplan in je WB p.123 om zelf een slogan te maken.

Slide 63 - Tekstslide