Paragraaf 11.1 - Man en vrouw

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen
  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen
  • Je kunt de delen van de voortplantingsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen

Slide 1 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
Wanneer is een jongen vruchtbaar?

  • Zaadballen gaan zaadcellen maken in
    puberteit > vruchtbaar
  • Zaadcellen zijn de voortplantingscellen van een man
  • Als een vruchtbare man geslachtsgemeenschap heeft met een vrouw kan hij haar zwanger maken
  • Zaadcel van een man + eicel van een vrouw = baby
  • Zaadcel heeft een kop (met celkern) en een staart
    (om voort te bewegen)

Slide 2 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
Zaadlozing

  • Erectie is een stijve penis
  • Bij een erectie gaat extra bloed naar de zwellichamen

  • Als een man klaarkomt krijgt hij een zaadlozing > zaadcellen met vocht
  • Route zaadcel: bijbal > zaadleider > langs zaadblaasjes en prostaat > urinebuis
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe aan zaadcellen
  • Zaadvocht + zaadcellen = sperma


Slide 3 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
Wanneer is en meisje vruchtbaar?

  • Eierstokken bevatten 200 000 onrijpe eicellen
  • Eicellen zijn de voortplantingscellen van een vrouw
  • In de puberteit gaan de eerste eicellen rijpen in de eierstokken > vruchtbaar
  • Bevruchting van een eicel vindt plaats in een eileider

  • Zaadcel van een man + eicel van een vrouw = baby
  • Een baby groeit in de baarmoeder



Slide 4 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 11.1 – Opdracht 1 t/m 12
  • Hoe? Blz. 62 t/m 67
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 12 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 5 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe de menstruatiecyclus verloopt

Slide 6 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
Hoe vaak rijpt een eicel?
  

In de puberteit beginnen het voortplantingsorgaan van een vrouw te werken
  • In de eierstokken rijpen eicellen, iedere eicel zit in een blaasje
  • Iedere maand rijpt één eicel, rijpen is groter worden van een eicel
  • Na 14 dagen is de eicel rijp > blaasje barst open (eisprong of ovulatie) > rijpe eicel komt in eileider > eicel blijft 12 tot 24 uur in de eileider (vruchtbare periode) > eicel gaat naar de baarmoeder
  • 2 opties hierna > 1. eicel wordt in de eileider bevrucht, vrouw is zwanger.
    2. eicel wordt niet bevrucht in de eileider en gaat dood.

Slide 7 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
Wanneer wordt een meisje ongesteld?

  • Menstruatiecyclus
    - duurt gemiddeld 28 dagen
    - baarmoederslijmvlies wordt dikker
    - 2 weken na begin cyclus vindt de eisprong plaats
    - 2 weken na de eisprong (ovulatie) begint een nieuwe cyclus
    - aan begin van een cyclus vindt de menstruatie plaats


  • Menstruatieongesteldheid


Slide 8 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw

Slide 9 - Tekstslide

11.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 11.1 – Opdracht 13 t/m 21
  • Hoe? Blz. 68 t/m 72
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 13 t/m 21 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 10 - Tekstslide