De voorgrond toont de guillotine, het symbool van de Franse Revolutie. De achtergrond toont rijke burgers, leden van een wetenschappelijk genootschap, die naar een natuurkundig experiment kijken: de werking van een elektriseermachine. De witte pruiken waren in de 18e eeuw in de mode bij rijke burgers.
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
. (Verlichting)
§4.1 De pruikentijd
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over – grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
(democratische revoluties)
§4.2 Revolutie in Amerika
§4.3 Revolutie in Frankrijk
§4.4 Revolutie in Nederland
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op –eigentijdse verlichte wijze vorm te geven
(verlicht absolutisme)
§4.1 De pruikentijd
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de – daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme (slavenhandel)
§2.5 Kolonialisme en slavernij
§2.6 Afrika en de slavenhandel
§4.1 De pruikentijd
§4.6 De afschaffing van de slavernij
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Beeldmerk
De voorgrond toont de guillotine, het symbool van de Franse Revolutie. De achtergrond toont rijke burgers, leden van een wetenschappelijk genootschap, die naar een natuurkundig experiment kijken: de werking van een elektriseermachine. De witte pruiken waren in de 18e eeuw in de mode bij rijke burgers.
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen
. (Verlichting)
§4.1 De pruikentijd
De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over – grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
(democratische revoluties)
§4.2 Revolutie in Amerika
§4.3 Revolutie in Frankrijk
§4.4 Revolutie in Nederland
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op –eigentijdse verlichte wijze vorm te geven
(verlicht absolutisme)
§4.1 De pruikentijd
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de – daarmee verbonden transatlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme (slavenhandel)
§2.5 Kolonialisme en slavernij
§2.6 Afrika en de slavenhandel
§4.1 De pruikentijd
§4.6 De afschaffing van de slavernij
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Pruiken en Revoluties
1700 - 1800
De 18e eeuw is een tijdperk van zowel rede als zinloos geweld, van vrijheid en slavernij, en van onvoorstelbare rijkdom en wanhopige armoede.
De trans-Atlantische slavenhandel groeit, evenals de tegenstanders ertegen.
Europese filosofen komen tot nieuwe conclusies over allerlei onderwerpen, waaronder economische, religieuze, sociale en politieke kwesties.
Deze ontwikkelingen worden samen de Verlichting genoemd.
These developments are together called the Enlightenment.
Kenmerkende aspecten:
- de Verlichting
- slavernij en abolitionisme
- de Amerikaanse revolutie
- de Franse revolutie
De 18e eeuw
De adel was zo rijk dat zij als symbool allerlei gekke kapsel met pruiken namen. Kappers maakten zelf gehele schepen als kapsel voor de rijkste onder de rijken.
Slide 2 - Tekstslide
17e Eeuw
De Republiek in een Gouden eeuw
Koppositie in de handel
Rampjaar 1672
Wetenschappelijke Revolutie
18e Eeuw
De Republiek aan het vervallen.
Bloei Frankrijk en Groot-Brittannie
Burgers steeds meer macht.
Verlichting
Slide 3 - Tekstslide
De Franse standensamenleving
Nederland verloor zijn economische voorsprong aan Engeland, Schotland en Frankrijk. Rond Parijs ontstonden enorme bedrijven die textiel, wapens of luxe goederen maakten. De landbouw bleef wel het grootste middel van bestaan in Frankrijk. Veel boeren gingen gebukt onder de verplichtingen van de lokale adel. Frankrijk had een standensamenleving.
Er waren enorme verschillen tussen de eerste, tweede en de derde stand (adel, geestelijkheid en boeren/burgers)
Driekwart van alle belastingen waren indirecte belastingen die voornamelijk werden betaald door de derde stand. Hierdoor leden de derde stand het meest van de hoge staatsuitgaven.
Terwijl de adel en de geestelijkheid vrijgesteld zijn van belastingen, zijn het vooral de boeren die de zwaarste lasten moeten dragen. (Ets, 18de eeuw, auteur onbekend)
Slide 4 - Tekstslide
1
2
3
Slide 5 - Tekstslide
Leg de bron uit
- Wat zie je?
- Waarom is het getekend?
- Wat bedoeld de tekenaar hiermee?
Wat gebeurt er op deze afbeelding?
Waar gaat deze afbeelding over?
Slide 6 - Tekstslide
Lees verder vanaf 'De verlichting'. Welke verlichter had welk idee?
-> Vul in: het idee bij politiek OF geloof OF gelijkheid
timer
20:00
Verlichter
Politiek
Geloof
Gelijkheid
Voltaire
John Locke
Charles Montesquieu
Diderot / d'Alembert
Jean-Jeaques Rousseau
Waar vind je alle informatie? -> §4.1
HAVO: Blz. 68-70
ATHENEUM: Blz. 74-77
Slide 7 - Sleepvraag
Verlichting is een gevolg van ...
A
wetenschappelijke revolutie
B
feodalisme
C
de Reformatie
D
plantagekoloniën
Slide 8 - Quizvraag
Wat wordt er bedoeld met 'rationeel' in 'rationeel denken'?
A
Gebaseerd op emoties
B
Gebaseerd op rantsoenen
C
Gebaseerd op logica
D
Gebaseerd op het verstand
Slide 9 - Quizvraag
B
C
B
C
A
C
A
C
van het volk
onafhankelijke rechters
de regering
het parlement
Door de scheiding van de machten kon niet één persoon (of groep) alle macht hebben.
Slide 10 - Tekstslide
A, B, D, G, H
H
Slide 11 - Tekstslide
A
A, B, D, E, H, I
Ze vonden hem gevaarlijk. Hij verspreidde ideeën waardoor mensen in opstand konden komen tegen de machtigen in de samenleving.
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
§4.1: Standensamenleving
1e stand
Geestelijkheid
geen belasting betalen
2e stand
Adel
geen belasting betalen
3e stand
Boeren en burgers
* moesten belasting betalen * hadden geen voorrechten
Slide 14 - Tekstslide
Verlichter
Politiek
Geloof
Gelijkheid
Voltaire
God maakt wereld, maar heeft geen invloed
John Locke
Volk geeft macht aan koning, maar mag deze bij slecht bestuur afzetten
Charles Montesquieu
Scheiding van de machten om machtsmisbruik te voorkomen
Diderot / d'Alembert
Encyclopédie, iedereen mag alle kennis hebben
Jean-Jacques Rousseau
Volksvertegenwoordiging zorgt dat de wil van het volk wordt uitgevoerd