Challenge tangram

Tangram
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Computational thinkingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tangram

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Knippen maar!

Slide 2 - Tekstslide

Jullie hebben een vel gekregen met de tangram stukjes. Die knip je netjes op de stippellijn uit.
Dan wacht je tot iedereen klaar is.
Opdracht:
  • Leg de stukjes voor je neer op tafel.
  • Luister naar mijn opdrachten en leg de stukjes op de goede plek.
  • Kijk naar het figuur, klopt het?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

  • Leg het paarse vierkant voor je op tafel met een rechte kant naar je toe.
  • Leg de roze driehoek op het paarse vierkant.
Vast niet iedereen heeft hetzelfde gelegd. Hoe komt dat? (instructies waren niet duidelijk genoeg)
Wat miste je?


Slide 5 - Tekstslide

Volgende opdracht:
  • Leg de blauwe driehoek voor je op tafel met de rechte hoek naar je toe.
  • Leg de groene driehoek met de lange zijde tegen de lange zijde van de blauwe driehoek.

Nu had iedereen het in een keer goed!


Slide 6 - Tekstslide

Laatste opdracht:
  • Leg de blauwe driehoek met de rechte hoek naar links en één van de korte zijdes naar je toe.
  • Leg het rode deel met de korte zijde tegen de onderste korte zijde van de blauwe driehoek en tegen de rechte hoek van de blauwe driehoek.
  • Leg de beige driehoek met de lange zijde tegen de rechter lange kant van het rode deel.
  • Leg het roze deel met de lange zijde tegen de andere lange zijde van het rode deel

Wie had hem allemaal goed?
Deze was best pittig.
Wat ik steeds oplas, was een algoritme om het figuur te kunnen maken. Een algoritme is een lijst met instructies om een doel te bereiken. In deze gevallen was het figuur het doel, en dat wat ik voorlas waren de instructies. Een algoritme dus!
  • In ieder groepje is steeds één opdrachtgever.
  • Deze pakt, zonder te kijken, een opdrachtkaart uit de envelop. Zorg dat de andere kinderen deze kaart niet zien. (kaart schijnt door!)
  • De opdrachtgever geeft het algoritme voor het maken van het figuur op de opdrachtkaart.
  • Klaar? Laat de kaart aan de kinderen zien. Veel fouten? bespreek waar de fout zat.
  • Een volgende opdrachtgever pakt een nieuwe kaart uit de envelop. De oude kaart laat je op tafel liggen.
En nu jullie!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Wat ging goed? 
  • Wat was lastig?
  • Definitie van algoritme?
  • Wat heeft dit met programmeren te maken?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kan (een van) deze figuren leggen?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies