Les 3: Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Les 3: Talent Vakboek 5.11

tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden horen bij elkaar.

1. Ja
2. Nee
3. Soms

Bij welk tekstverbanden horen de signaalwoorden 'ook', 'bovendien' en 'tevens'?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. tijdsvolgorde
4. reden

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...

1. ...geven alinea's aan
2. ...geven het doel van een tekst aan
3. ...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben

De signaalwoorden eerst, daarna, vervolgens horen bij:

1. Opsommend
2. Tegenstellend
3. Chronologisch

Het volgende signaalwoord / de volgende signaalwoorden horen bij tegenstelling:

1. zoals
2. allereerst
3. maar
4. daarentegen

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'met als gevolg'?

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. tijd
4. tegenstelling

Wat is een signaalwoord van een voorwaardelijk tekstverband?

1. echter
2. daarmee
3. namelijk
4. mits

Het signaalwoord wanneer kan zowel een voorwaardelijk als een chronologisch verband aangeven.

1. Juist
2. Onjuist

Het signaalwoord 'al met al' hoort bij...

1. Tijd (Chronologie)
2. Conclusie
3. Reden
4. Voorwaarde

Het signaalwoord 'want' kondigt een ......... aan

1. argument
2. mening
3. conclusie

Aan de slag!

Maken online: 4.2, Verkennen, opdracht 10 t/m 18

Goed doornemen: Vakboek 5.11, p. 86-87; 

Zorg dat je dit af hebt voor de volgende les, het is huiswerk!