Les 21 - Onderwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Grammatica les 21

Pak je leesboek en start met lezen

Opdrachten persoonsvorm bespreken

Instructie 

Oefenen

Aan het werk

Bespreken

Persoonsvorm - Herhaling

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

De zin in een andere tijd te zetten

Meervoud of enkelvoud maken van de zin 

De zin vragend te maken

Persoonsvorm - Nakijken

4 a pakt T1

b moet

c mochten

d doe

e hebben

f heeft

g zit

3. a zag, vt

b valt, tt

c moeten, tt

d werd, vt

e verlaagt, tt

f hebben, tt

g doe, tt

h verpestte, vt

Doel van de les

Je weet wat het onderwerp van een zin is

Je kunt het onderwerp in een zin vinden

Even samen oefenen 

Schrijf de opdrachten op je wisbordje!

Toeristen smullen van de griezelige verhalen.

De persoonsvorm is: …

Waar ga jij naar toe op vakantie?

De persoonsvorm is: …

In zijn vrije tijd gaat Kees graag crossfietsen.

De persoonsvorm is..

Gisteren beantwoordde hij de brief.
De persoonsvorm is..........

Aan de slag

Maken les 21 opdracht 4,5,6

Lesboek blz. 46 en 47

Klaar? Theorie doorlezen, woorden les 20 en 21 doornemen

Ik kan het onderwerp in een zin vinden...

😒🙁😐🙂😃