Chapter 5 lesson 13: hv1r - Toetsvoorbereiding - 03-06-2022

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today's Lesson
Goal: I know when to use the possessive 's/'/of, much and many and the past simple in a sentence.

  • What to study for the Test
  • Schriften terug
  • Toetsvoorbereiding

Slide 2 - Tekstslide

What to Study for the Test
Engels: Toets Unit 5

Leer alle grammatica (gebruik hier je grammatica notities voor en de pagina's in het boek)

- Possessive 's/'/of (pagina 75 en 99)
- Much/Many (pagina 76 en 99)
- Past Simple (pagina 90, 91 en 99)

Leer de woordenlijst op pagina 96 en 97

Zorg ervoor dat je de stones ook even doorneemt zodat je goeie zinnen kan maken op de toets. De stones staan op pagina 70, 72, 86 en 98

Onregelmatige werkwoorden: p. 204 (let op! Leer de eerste en tweede kolom. De derde kolom heb je niet nodig).

Slide 3 - Tekstslide

Grammar schriften terug

Slide 4 - Tekstslide

What is the word order in English?

Slide 5 - Open vraag

Come up with a sentence in English (use the word order)

Slide 6 - Open vraag

Use possessive 's/'/of:
The man bag

Slide 7 - Open vraag

Use possessive 's/'/of:
The neighbours garden

Slide 8 - Open vraag

Use possessive 's/'/of:
The house back

Slide 9 - Open vraag

What is the different between much and many?

Slide 10 - Open vraag

Many
Much
apples
water
Children
Flowers
Cheese
Oil
Cans
Rain
Coffee
Sweets

Slide 11 - Sleepvraag

What do we use the past simple for?
A
The past
B
The present
C
The future
D
The past and present

Slide 12 - Quizvraag

What is the past simple?
A
Present tense that uses 2 verbs
B
Past tense that uses 1 verb
C
Present tense that uses no verbs
D
Present tense that uses 1 verb

Slide 13 - Quizvraag

What do you need to make the past simple?
A
verb that ends in -ed or an irregular verb in the present
B
Verb that ends in -s or an irregular verb in the present
C
verb that ends in -ed or an irregular verb in the past
D
verb that ends in -s or an irregular verb in the past

Slide 14 - Quizvraag

Come up with a sentence in English in the past simple regular (use the word order)

Slide 15 - Open vraag

Come up with a sentence in English in the past simple irregular (use the word order)

Slide 16 - Open vraag