Hoorcollege 'Communicatie'

HOORCOLLEGE
'Communicatie'
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

HOORCOLLEGE
'Communicatie'

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen hoe communicatie werkt en welke vormen van communicatie er zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van communiceren?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Soms is er ruis...

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

Directe en indirecte communicatie


  • directe communicatieface-to-face contact (taal en gebaren). In dezelfde ruimte

  • indirecte communicatietelefoon, computer, krant, televisie. Niet in dezelfde ruimte.

Slide 18 - Tekstslide

Verbale en non-verbale communicatie


  • verbale communicatiegesproken of geschreven woorden (ongeveer 10%)

  • non-verbale communicatie:lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen 
(ongeveer 90%)

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie?

Slide 20 - Open vraag

Noem verschillende manieren van non-verbaal communiceren

Slide 21 - Open vraag

Eenzijdige en meerzijdige communicatie


  • eenzijdige communicatieJe bent of de zender of de ontvanger

  • meerzijdige communicatie: Je bent zender en ontvanger

Slide 22 - Tekstslide

Het lezen van een informatiebrochure
Intakegesprek met een patient 
Chat in een groepsapp
Eenzijdige communicatie 
Tweezijdige communicatie 
Meerzijdige communicatie 

Slide 23 - Sleepvraag

Communicatiemiddelen 

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

Communicatiemiddelen

Slide 26 - Woordweb

Begrippen uit deze les
  • communiceren
  • zender
  • boodschap
  • ontvanger
  • medium
  • ruis
  • directe- en indirecte communicatie
  • verbale- en nonverbale communicatie
  • Eenzijdige en meerzijdige communicatie

Slide 27 - Tekstslide

Soorten.....
  1. Mondeling
  2. Schriftelijke communicatie
  3. Social media
  4. Massamedia

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 29 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 30 - Open vraag

Verwerkingsopdracht
1.  Natekenen:
- Zorg voor blaadjes en potloden
- Ga tegenover een medeleerling zitten
- Vraag aan je docent een plaatje (LAAT DEZE NIET AAN DE LEERLING TEGENOVER JOU ZIEN)
- Omschrijf zo goed mogelijk wat er op het plaatje staat
- De leerling tegenover jou tekent wat jij verteld
- Klopt het ? 
- Schrijf op de tekening; wat is moeilijk, wat is makkelijk, wat is belangrijk als je dit samen doet?
WISSEL DE OPDRACHT OM. 
2. Schrijf de dikgedrukte woorden van tekstbron 3.15 over en schrijf je eigen betekenis achter deze woorden. 

Lever je dikgedrukte woorden in, in je eigen mapje op TEAMS.  Lever de tekeningen in bij de docent.
timer
50:00

Slide 31 - Tekstslide

De woorden van de week!

Slide 32 - Open vraag