IJsberen leven in het noorden, waar het koud is.
Een ijsbeer heeft daarom een dikke vacht.
Deze dikke vacht is een aanpassing aan zijn leefomgeving.
IJsberen hebben scherpe klauwen. Daarmee kunnen ze prooidieren vangen en kunnen ze zich goed verdedigen.
De klauwen van een ijsbeer zijn een aanpassing aan zijn manier van leven.