Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2KT werkwoordspelling
Planning
-Evaluatie periode 2
-Persoonsvorm T.T. blz. 187
-Creatief schrijven
Doel:
Ik kan de persoonsvorm juist in de tegenwoordige tijd schrijven
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Planning
-Evaluatie periode 2
-Persoonsvorm T.T. blz. 187
-Creatief schrijven
Doel:
Ik kan de persoonsvorm juist in de tegenwoordige tijd schrijven
Slide 1 - Tekstslide
8. Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Let op:
Bedenk wat de ik-vorm is. Er kan alleen een -T achter komen, geen DT. Dan eindigt de ik-vorm op een D.
Er kan geen D achter komen.
Dus: Ik word - hij wordT, ik vind - het vindT
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 4 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij zwaait
B
hij zwaaid
Slide 5 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij vindt
B
hij vind
Slide 6 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij onthoud
B
hij onthoudt
Slide 7 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... je dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden
Slide 8 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Ik ......(geven) het terug.
A
geef
B
geeft
C
gaf
Slide 9 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De vliegtuigen ....... op tijd.
A
land
B
lande
C
landen
D
landden
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de juiste persoonsvorm tegenwoordige tijd?
Zij ______________ (melden)
A
meldt
B
meld
Slide 11 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 12 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (bereiden) het eten voor.
A
bereid
B
bereidt
Slide 13 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De leraar (vinden) dat jij goed gewerkt hebt.
A
vind
B
vindt
Slide 14 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) je broer morgen al 18 jaar?
A
word
B
wordt
Slide 15 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(worden) je broers morgen al 18 jaar?
A
worden
B
wordt
Slide 16 - Quizvraag
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De mensen (lopen) naar het schilderij?
A
loopt
B
lopen
Slide 17 - Quizvraag
Maken:
WAT: Bladzijde 187: 2-10
HOE: 10 minuten stilte; daarna zachtjes overleggen
KLAAR: Lezen
Slide 18 - Tekstslide
Creatief schrijven
-Opdracht 1: Verhaal koning van Katoren
-Opdracht 2: Voedselgedicht
Opdracht 1:Koning van Katoren
Slide 19 - Tekstslide
Planning
Terugblik persoonsvorm tegenwoordige tijd (187)
Nakijken
9. Persoonsvorm verleden tijd
Slide 20 - Tekstslide
#408 je zingt alles wat je zegt – OF – je beweegt in slow motion (je praat wel normaal)
Slide 21 - Tekstslide
9.blz. 190
zwakke
en
sterke werkwoorden
huppelen
komen
steken
spelen
stoppen
vragen
bakken
lezen
laten
regenen
zwak
sterk
spelen
vragen
stoppen
bakken
Slide 22 - Tekstslide
Maken
Klassikaal 9. opdracht 1
Samen: 5
Maken 8 opdracht 2-7 (bladzijde 188)
9. opdracht 4, 5, 6
Slide 23 - Tekstslide
Les 1
-Beroependag
-Plattegrond
-Numo
-Terugblik werkwoordspelling
Les 2
-Creatief schrijven: Koning van Katoren
-Voedselgedicht
Ik kan uitleggen hoe ik de werkwoorden in de T.T. en V.T. juist spel
Slide 24 - Tekstslide
Planning
Herhaling spelling
Uitleg voltooid deelwoord
Spel
Opdracht
Ik kan het voltooid deelwoord goed schrijven
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Spelling: tegenwoordige tijd van de persoonsvorm
enkelvoud
ik-vorm
ik loop, loop ik? loop jij?
enkelvoud
ik-vorm + t
jij/u loopt, hij/zij/het loopt
meervoud
hele werkwoord
wij lopen, jullie lopen, zij lopen
Slide 27 - Tekstslide
T KoFSCHiP X
Slide 28 - Tekstslide
Maken:
10: voltooid deelwoord blz. 193 opdracht 5-10 (huiswerk)
Vorig huiswerk-8 persoonsvorm tegenwoordige tijd 2-8; bladzijde 187- 189
9 persoonsvorm verleden tijd 2-12; bladzijde 190-192
BINGO
Slide 29 - Tekstslide
Les 1
Lezen
Voltooid deelwoord
Opdrachten
Les 2
Mysterie oplossen
Ik kan het voltooid deelwoord juist spellen.
Slide 30 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
=> Voltooid deelwoord herken je aan:
blz. 193
Slide 31 - Tekstslide
Planning
Lezen
Terugblik
Herhaling werkwoordspelling
Oefenen
Spreekbeurten
Doel:
Ik kan de persoonsvorm juist spellen in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord.
Slide 32 - Tekstslide
Terugblik
1. Hoe vervoeg je
hij/ zij/ het/ je
in de tegenwoordige tijd?
2. Bij welke werkwoorden gebruik je in de verleden tijd het kofschip?
Slide 33 - Tekstslide
Persoonsvorm tt
Slide 34 - Tekstslide
Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden -->
veranderen
van klank in vt
Zwakke werkwoorden --> veranderen niet van klank in vt
Slide 35 - Tekstslide
Persoonsvorm vt - zwak
Wanneer -de(n) of -te(n)?
1. Neem het hele werkwoord
2. Haal er -en van af.
3. Zit de laatste letter in
't
ex-fokschaap
? Schrijf na de ik-vorm -te(n)
4. Zit de laatste letter en niet in? Schrijf na de ik-vorm -de(n)
Slide 36 - Tekstslide
Persoonsvorm vt - zwak
Slide 37 - Tekstslide
Voltooid deelwoord
=
> Voltooid deelwoord herken je aan:
Slide 38 - Tekstslide
zinnen
Slide 39 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
groep 7 werkwoordcito oefenen
Maart 2023
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
Januari 2025
- Les met
35 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
Oktober 2024
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
2 kgt 4.8 Spelling les 1
Mei 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
groep 8 werkwoord spelling cito
Januari 2025
- Les met
44 slides
nederlands
Primary Education
HV1 Werkwoordspelling: Voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
December 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling VMBO-TL HHC Uithuizen
November 2020
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-4