MK Criminaliteit hh H1-2-3

MAATSCHAPPIJKUNDE: 
CRIMINALITEIT

herhaling H1-2-3
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

MAATSCHAPPIJKUNDE: 
CRIMINALITEIT

herhaling H1-2-3

Slide 1 - Tekstslide

fatsoensnormen zijn een voorbeeld van .... regels

Slide 2 - Open vraag

Wat is een waarde?

Slide 3 - Open vraag

Noem een norm bij de waarde: gezondheid

Slide 4 - Open vraag

criminaliteit is
A
het overtreden van ongeschreven regels
B
het overtreden van geschreven en ongeschreven regels
C
gedrag wat strafbaar is voor de wet
D
het overtreden van een norm

Slide 5 - Quizvraag

Homoseksualiteit is verboden in Iran, dat is een voorbeeld van:

Slide 6 - Open vraag

Homoseksualiteit was vroeger verboden in Nederland, dat is een voorbeeld van:

Slide 7 - Open vraag

timer
5:00
veelvoorkomende criminaliteit

Slide 8 - Woordweb

Overtreding
Misdrijf
Je rijdt 50 km/h op een opgevoerde brommer.
Je rijdt dronken op een fiets en veroorzaakt een ongeluk.
Je vergiftigt iemands thee.

Slide 9 - Sleepvraag


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 10 - Quizvraag


A
overtreding
B
misdrijf

Slide 11 - Quizvraag

Het overtreden van de wet noemen we een strafbaar feit.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Diefstal
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 13 - Quizvraag

Joyriding
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 14 - Quizvraag

Openbare dronkenschap
A
Misdrijf
B
Overtreding

Slide 15 - Quizvraag

wat is de maximumstraf voor een overtreding?

Slide 16 - Open vraag

misdrijven

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Jeugdigen onder de 14 jaar worden niet vervolgd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Hieronder staan twee koppen van artikelen, die in dagbladen stonden.
Kop 1: Middelvinger opgeheven naar politie: 300 euro boete
Kop 2: Het voorbereiden van illegale wietteelt moet ook strafbaar worden

In welk wetboek of welke wet zullen deze strafbare feiten (komen te) staan?

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Iemand durft zijn straat niet meer op omdat zijn vrienden in elkaar zijn geslagen.
A
Materieel gevolg
B
Immaterieel gevolg

Slide 23 - Quizvraag

Iemand is kwaad op de politiek omdat ze te weinig doen tegen inbraak.
A
Materieel gevolg
B
Immaterieel gevolg

Slide 24 - Quizvraag

bang om naar de winkel te gaan is een voorbeeld van: ... gevolgen

Slide 25 - Open vraag

kenmerken maatschappelijk probleem

Slide 26 - Woordweb

0

Slide 27 - Video

Veroordeling tot gevangenisstraf van dertig maanden 
De rechtbank Oost-Brabant heeft vandaag een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden. Hij kreeg deze straf voor het treffen van voorbereidingen om brand te stichten bij een zonnestudio in Oss. De verdachte werd eerder al tot lange celstraffen veroordeeld voor ernstige geweldsdelicten. 

Slide 28 - Tekstslide

Leg met behulp van een gegeven uit de tekst uit of het voorbereiden van brandstichting een misdrijf of een overtreding is en waarom het niet de andere vorm van delict kan zijn.

Slide 29 - Open vraag

Materieel of immaterieel gevolg?

Na een avondje stappen fietst Chantal alleen door het park naar huis. Onderweg wordt ze door een man van haar fiets getrokken. Helemaal overstuur en met een gescheurde jas komt ze eindelijk thuis.

Slide 30 - Open vraag

Tekst 11
In sommige buurten geldt: veel misdaad en toch een veilig gevoel 

Of iemand zich veilig voelt of niet, hangt niet helemaal samen met de criminaliteit in de buurt. Ook opleiding en politieke voorkeur spelen een rol, blijkt uit onderzoek in Amsterdam. Onveiligheid zit ook tussen de oren, concludeert criminoloog Marlou Teerlink. Zij deed onderzoek naar de band tussen de harde cijfers over criminaliteit in de stad en de mate waarin bewoners zich veilig of onveilig voelen.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

individuele oorzaken van criminaliteit
maatschappelijke oorzaken van criminaliteit

Slide 33 - Tekstslide

Hoe wordt criminaliteit gemeten?

Slide 34 - Open vraag

Welke kenmerken hebben criminelen vaak met elkaar gemeen? (4 kenmerken)

Slide 35 - Open vraag

Wie is crimineel?
  1. Man/vrouw verhouding:
  • Aangeboren verschillen.
  • Verschil in opvoeding.
  • Ongelijke macht.

Slide 36 - Tekstslide

Wie is crimineel?
  1. Man/vrouw verhouding
  2. Leeftijd:
  • jeugddelequenten (16-23 jaar)
  • recidivisten (draaideurcrimineel)

Slide 37 - Tekstslide

Spanning, geringe pakkans en groepsgedrag zijn oorzaken van een bepaalde vorm van criminaliteit. Welke vorm van criminaliteit is dat?
A
internationale vrouwenhandel
B
ontvoeringen
C
veelvoorkomende criminaliteit
D
zware georganiseerde misdaad

Slide 38 - Quizvraag

Oorzaken
  1. Spanning en avontuur
  2. Slechte opvoeding
  3. Alcohol en drugsgebruik
  4. Groepsgedrag (groepsdruk en de status in de groep)
  5. Weinig controle (pakkans is laag/gelegenheidsmotief)
  6. Normvervaging

Slide 39 - Tekstslide

Celstraf voor veelpleger met strafblad van 31 kantjes


Een 39-jarige Delfzijlster is door de rechtbank van Groningen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 450 dagen, waarvan 372 dagen voorwaardelijk.
Hij kreeg de straf voor meerdere inbraken in bedrijfsbusjes, een inbraak in een auto en voor heling. De man was sinds april 2017 actief in Delfzijl. Hij stal voornamelijk kostbare gereedschappen, die hij inruilde voor drugs.
De geboren Amersfoorter maakte voordat hij naar Delfzijl kwam voornamelijk in het Westen des lands furore als veelpleger. Zijn strafblad, waar voornamelijk diefstallen op prijken, telt inmiddels 31 kantjes.

Slide 40 - Tekstslide

Welke oorzaken van criminaliteit zie je in het gedrag van deze man?
A
Spanning en avontuur.
B
Normvervaging.
C
Alcohol en drugsgebruik.
D
Slechte opvoeding.

Slide 41 - Quizvraag

De 39-jarige Delftzijlster is een veelpleger. Is dit hetzelfde als een recidivist?
A
Ja, want hij is iemand die in herhaling valt.
B
Ja, want hij deed het voor het eerst.
C
Nee, want hij deed het voor het eerst.
D
Nee, hij heeft verschillende delicten.

Slide 42 - Quizvraag

Welke oorzaken van criminaliteit zie je in het gedrag van deze man?
A
Spanning en avontuur.
B
Normvervaging.
C
Alcohol en drugsgebruik.
D
Slechte opvoeding.

Slide 43 - Quizvraag

Wat deze man deed valt WEL / NIET onder veelvoorkomende criminaliteit, omdat...

Slide 44 - Open vraag