• Spelling: gebruik geen samentrekkingen/afkortingen
• Grammatica: door sommige fouten kan je boodschap verkeerd of zelfs helemaal niet overkomen. Schrijf heldere zinnen en controleer je grammatica.
• Woordkeus: geen populaire taal of straattaal.
• Indeling: zorg voor een inleiding, kern en afsluiting.