4.4 wat ligt er op het Nederlandse bord?

Duurzaamheid 
4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Duurzaamheid 
4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?

Slide 1 - Tekstslide

De ruimte die een persoon nodig heeft om zijn leven te kunnen leiden
A
ecologische voetafdruk
B
draagkracht
C
milieu
D
duurzame ontwikkeling

Slide 2 - Quizvraag

Aardgas, aardolie en steenkool noemen we ook wel:
A
chemische brandstoffen
B
kern brandstoffen
C
fossiele brandstoffen
D
duurzame energie

Slide 3 - Quizvraag

Als niets van een product wordt weggegooid en alle grondstoffen worden gebruikt noemen we dat:
A
recyclen
B
cradle - to - cradle
C
levensduur
D
levensloop

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent energieneutraal?
A
Energie terugwinnen
B
Alleen maar neutrale energie gebruiken
C
Alles wat je aan energie gebruikt zelf produceren
D
Energie verkopen aan de andere landen

Slide 5 - Quizvraag

Nederland
4.4 Wat ligt er op je Nederlandse bord?
  • Landbouw: veel productie
  • Duurzaam?
  • Biologische landbouw
  • Veel voedsel komt van ver

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Intensieve landbouw
  • Veel dure landbouwmachines
  • Kunstmest
  • Veel bestrijdings middelen
  • Veel dieren in de stallen
  • Hoge opbrengsten
Combine

Slide 8 - Tekstslide

Zoek een foto van een dure landbouwmachine

Slide 9 - Open vraag

Extensieve landbouw
  • Bijna geen landbouwmachines, veel werk wordt met hand gedaan
  • Geen kunstmest
  • Geen bestrijdings middelen
  • Dieren in open lucht (herders, nomaden)
  • Lage opbrengsten

Slide 10 - Tekstslide

Zoek een foto van extensieve landbouw

Slide 11 - Open vraag

Groenten en fruit in de kassen

Slide 12 - Tekstslide

Nadelen groenten in de kassen
  • veel energie (vooral aardgas)
  • heel veel water 
  • monocultuur
  • chemische stoffen
  • kunstmest > vervuiling

Slide 13 - Tekstslide

Monocultuur: Het verbouwen van één gewas op grote stukken grond

Slide 14 - Tekstslide

Bedenk één voordeel en één nadeel van monocultuur.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

Noem twee kenmerken van biologische landbouw.

Slide 17 - Open vraag

In veel veevoer en voedsel wordt soja verwerkt.

Slide 18 - Tekstslide

Biologische landbouw
  1. Natuurlijke mest (geen kunstmest)
  2. Geen chemische bestrijdingsmiddelen maar in plaats daarvan:
  • Onkruid met de hand verwijderen
  • Biologische plaagbestrijding

Slide 19 - Tekstslide

In welke delen van de wereld staan veel sojaplantages?
A
Zuid Spanje
B
Noord Amerika
C
Zuid Amerika
D
Europa

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet de landbouw waarbij boeren letten op welzijn van dieren en gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen beperken?
A
ecologische landbouw
B
biologische landbouw

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Biologische landbouw
Intensieve landbouw
Letten op het welzijn van dieren
Combines
Kunstmest
Opbrengst is lager
Meer ruimte
Bestrijdings-middelen
Onkruid met de hand verwijderen

Slide 28 - Sleepvraag

Intensieve landbouw
Extensieve landbouw

Slide 29 - Sleepvraag