Les 3 Wetboek van Strafrecht Beveiliger 3

• Beveiliging
• MBO
• Studiejaar 2,3

forms.office.com

Herhaling gevonden en verloren voorwerpen. 10 meerkeuzevragen in Forms.

Wetboek van Strafrecht Beveiliger 3

Pagina 37 t/m 60

Leerdoelen

KSC.1.06 (groep 1) Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafrecht
deelneming aan strafbare feiten. (Pleger, Medepleger, Doen pleger, Uitlokker)
KSC.1.07 (groep 2) Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafrecht de begrippen:
inklimming (Artikel 89 van het Wetboek van Strafrecht)
valse sleutel (Artikel 90 van het Wetboek van Strafrecht
KSC1.08 (groep 3) Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafrecht de begrippen:
computervredebreuk (Artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht)
vernieling computergegevens (Artikel 350a van het Wetboek van Strafrecht)
vernieling computergegevens door schuld (Artikel 350b van het Wetboek van Strafrecht)
KSC.1.09 (groep 4) Beschrijft en onderscheidt de begrippen:
Belaging/ Stalking (volgens artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht)
Sexting (volgens artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht)
Mensenhandel/ Loverboy (volgens artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht)
 

Leerdoelen

KSC.1.10 (Groep 5) Beschrijft volgens het Wetboek van Strafrecht het begrip
wederrechtelijke vrijheidsberoving (Artikel 282 van het Wetboek van Strafrecht)
KSC.1.11 (Groep 6) Beschrijft en onderscheidt volgens het Wetboek van Strafrecht de begrippen:
valsheid in geschrifte (Artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht)
vals identiteitsbewijs (Artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht)
KSC.1.12 (Groep 7) Beschrijft volgens het Wetboek van Strafrecht de begrippen:
omkoping (artikel 328ter van het Wetboek van Strafrecht)
heling (artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht)
oplichting (Artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht)

KSC.1.13 (Groep 8) Beschrijft volgens het Wetboek van Strafrecht het begrip

veroorzaken brandgevaar (Artikel 429 van het Wetboek van Strafrecht)

Opdracht

Jullie gaan in groepen werken aan het bestuderen en toepassen van specifieke artikelen uit het Wetboek van Strafrecht die relevant zijn voor jullie toekomstige werk als beveiliger.

De groep wordt verdeeld in 8 groepen. Elke groep krijgt een exameneis met één of meerdere artikelen toegewezen.

Jullie worden beoordeeld op:

1. Uitwerking van de toegewezen artikelen
2. Creativiteit en realisme van de bedachte voorbeelden
3. Kwaliteit en helderheid van de PowerPoint-presentatie
4. Samenwerking binnen de groep

In een volgende les zal elke groep hun bevindingen presenteren aan de klas. Zorg ervoor dat jullie presentatie helder en bondig is, en dat alle groepsleden betrokken zijn bij de presentatie.

Onderzoeksfase

1. Het exacte wetsartikel en de bewoording ervan
   
2. De elementen die het strafbare feit vormen (wanneer gebeurt het? Wat kan en moet de verdachte doen om het strafbare feit te plegen?)
   
3. De maximale straf die staat op het delict
4.  Een  (praktijk)voorbeeld
   

Gebruik je boek en internet

o365zadkine.sharepoint.com

PowerPoint voorbereiding

1.     Een titel slide met het strafbare feit en groepsleden
2.     Het relevante wetsartikel(en) (letterlijke tekst)
3.     Uitleg van de belangrijkste elementen van het delict (wanneer gebeurt het)
4.     De strafmaat
5.     Het voorbeeld
   

Groepsindeling

Huiswerk

1. Bestudeer pagina 37 t/m 60
   
2. Maak en lees H1 Wet- en regelgeving leerdoelen t/m opdracht (pagina 26)
   
3. Maak H1 Wet- en regelgeving open vragen 6 t/m 9
   

Welk begrip begrijp je het minst goed?

Mensenhandel

Sexting

Belaging/Stalking

Loverboy

Vernieling computergegev-ens door schuld

Wederrechtelijke vrijheidsberoving

Valsheid in geschrifte

Vernieling computergegevens

Welk begrip begrijp je het minst goed?

Valse sleutel

Valse indentiteitsbewijs

Omkoping

Heling

Veroorzaken brandgevaar

Inklimming

Oplichting

Computervredebreuk

Hoe goed begrijp je de stof die vandaag in de les behandeld is?

1. Helemaal!
2. Het meest wel
3. Het meeste nog niet
4. Totaal niet!