Reflectie: noteer de antwoorden in je schrift
1. Wat is je cijfer?
2. Had je hoger of lager verwacht en waarom?
3. Hoeveel uur tijd heb je zitten in de voorbereiding?
4. Hoe heb je geleerd? Dus wat heb je letterlijk uitgevoerd?
Toetsvragen per onderdeel
1: theorievragen 2p
2: Verschil stam en ik-vorm uitleggen 3p
3: schema tt, vt, od, vd 4p
4: schema stam en ik-vorm 2p
5: verschil sterke en zwakke ww + voorbeelden 4p
6: t ex kofschip uitleggen 3p
7/11: werkwoordspelling 10p
12: pv vt herkennen 1p