Kijk op NL - les 5 De buren

• Burgerschap
• ISK

Kijk op NL - les 5 De buren

De buren

Heb jij contact met jouw buren?

1. Ja, heel vaak
2. Ja, soms
3. Nee, bijna nooit
4. Ik ken mijn buren niet.

Begroeten

Begroet jij je buren? Hoe?

En andere mensen?

Hoe begroeten mensen in NL elkaar?

Hoe is het contact met jouw buren?

1. Heb jij weleens problemen gehad met de buren?
2. Heb jij last van de buren? 
3. Hebben de buren last van jou denk je?
4. Wat kun je doen als er problemen zijn?

Welke problemen kunnen er zijn met de buren?

'Beter een goede buur dan een verre vriend.'

Op visite / op bezoek

Hoe gaat het in jouw land en hoe in NL?

1. Maak je een afspraak als je op visite gaat?
2. Neem je iets mee als je op visite gaat?
3. Mag je nee zeggen als je geen koffie wilt?
4. Hoe laat ga je meestal op visite?
5. Eet je mee als je op visite bent?

Woorden die je moet kennen:

de buren - begroeten - een hand geven - zoenen - op visite - kennismaken - het contact - problemen