10.2 Snelheid en versnelling

snelheid (v) en versnelling (a)
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

snelheid (v) en versnelling (a)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
Vgem=ts

Slide 4 - Tekstslide

Trajectcontrole
De gemiddelde snelheid bereken je door de afstand die je hebt afgelegd te delen door de tijd die je daarover hebt gedaan. 

Bij trajectcontroles langs de snelweg wordt hetzelfde principe gebruikt, bekijk het volgende plaatje maar. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Eenparige beweging
Constante beweging

Slide 7 - Tekstslide

Vertraagde beweging

Slide 8 - Tekstslide

Versnelde beweging

Slide 9 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid
bij versnelling of vertraging
Gemiddelde snelheid bij (eenparige) versnelling of vertraging kun je ook berekenen als je de beginsnelheid en de eindsnelheid weet.
vgem=2vb+ve

Slide 10 - Tekstslide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

75 km/is ... m/s
A
20,8 m/s
B
270 m/s

Slide 15 - Quizvraag

19,44 m/s is ... km/h
A
5,4 km/h
B
70 km/h

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid = afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste formule om de gemiddelde snelheid uit te rekenen?
A
t = s : v
B
s = v x t
C
v = s : t
D
v = s x t

Slide 18 - Quizvraag

Een atlete loopt de 100 meter in 10,8 seconden.
Bereken de gemiddelde snelheid.
A
v = 0,108 m/s
B
v = 33,3 m/s
C
v = 2,57 m/s
D
v = 9,26 m/s

Slide 19 - Quizvraag

Een auto rijdt 385 km met een gemiddelde snelheid van 110 km/h. Bereken hoelang de auto over die afstand doet.
A
t = 3,5 h
B
t = 0,29 h
C
Drie kwartier
D
t = 2,5 h

Slide 20 - Quizvraag

Na de start bereikt de TGV (hoge snelheids trein) in 3 minuten een snelheid van 88,3 m/s.

Bereken de gemiddelde snelheid in m/s
A
29,4 m/s
B
264,9 m/s
C
44,2 m/s

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor soort beweging voert de bal uit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 22 - Quizvraag

Eenparig
Eenparige beweging

Slide 23 - Tekstslide

Versneld
Versnelde beweging

Slide 24 - Tekstslide

Vertraagd
Vertraagde beweging

Slide 25 - Tekstslide


Welke beweging is in de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 26 - Quizvraag


Welke beweging is in de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 27 - Quizvraag


Welke beweging is in de grafiek getekend ?
A
Eenparige (constante) beweging
B
Eenparig versnelde beweging
C
Eenparig vertraagde beweging
D
Stilstand

Slide 28 - Quizvraag

Welke grafiek geeft een versnelde beweging weer?
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid niet verandert?
een ----------- beweging

Slide 30 - Open vraag

Wat betekent een eenparige beweging?

Slide 31 - Open vraag

Wat is de juiste eenheid voor de versnelling?
A
m
B
m/s
C
m/s2
D
N

Slide 32 - Quizvraag

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Theorie
10.2 Snelheid en versnelling (p. 193-197 van je hb)
Opdrachten
10.2 opdracht 13 t/m 22 (p. 101-105 van je wb deel B)
Huiswerk
Afmaken 10.2

Slide 35 - Tekstslide