Havo 4 Les 8 Teams Herhalen Thema 7
1 / 38
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Ik ben bij met mijn huiswerk voor Biologie (af t/m thema 7)
A
Helemaal bij
B
Bijna
C
Op de helft
D
Nog lang niet
Slide 4 - Quizvraag
Ik ben begonnen met het herhalen van de lesstof voor de toets.
A
nog helemaal niet
B
een beetje
C
op de helft
D
al een heel eind
Slide 5 - Quizvraag
Thema 7 (Ecologie)
Slide 6 - Woordweb
Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel
Slide 7 - Sleepvraag
Concurrentie is een ___________ factor
A
Biotisch
B
Abiotisch
Slide 8 - Quizvraag
Sluipwesp legt eitjes in lieveheerstbeestje
A
BIOTISCH
B
ABIOTISCH
Slide 9 - Quizvraag
Hoe noem je een gebied waarbinnen wisselwerking plaatsvindt tussen de abiotische en de biotische factoren?
A
Duin gebied
B
Ecosysteem
C
Biologisch middelpunt
D
Ecologie
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Een mug zuigt bloed op van een mens. welke vorm van symbiose is dit?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 12 - Quizvraag
Bijen verzamelen nectar bij bloemen en verspreiden daarmee ook stuifmeel. Welke vorm van symbiose is dit?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
Slide 13 - Quizvraag
Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Geen symbiose maar predatie
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Vormen alle levende organismen in de sloot een ecosysteem, een levensgemeenschap of een populatie?
A
ecosysteem
B
levensgemeenschap
C
populatie
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een POPULATIE
A
Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
B
Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
C
Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn
Slide 17 - Quizvraag
Merels en mussen die leven in het zelfde bos behoren tot dezelfde populatie.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Je kunt milieuproblemen veroorzaken door:
1. stoffen toe te voegen
2. stoffen te onttrekken
1. stoffen toe te voegen
2. stoffen te onttrekken
A
1 is juist
B
2 is juist
C
Beiden juist
D
Beiden onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Wat zijn de 2 belangrijkste oorzaken van milieuproblemen?
A
De bevolkingstoename en steeds meer dieren.
B
De bevolkingstoename en de manier van leven.
C
Toename in verschillende diersoorten en manier van leven.
D
Het smelten van de polen en de manier van leven.
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven
Slide 27 - Quizvraag
Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)
Slide 28 - Quizvraag
In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!
Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof (O2)
B
koolstofdioxide (CO2)
C
stikstof (N2)
D
biogassen
Slide 34 - Quizvraag
Geef de betekenis van het broeikaseffect.
A
Het verbouwen van planten in kassen.
B
Gaslaag in de atmosfeer die ons beschermt tegen zonnestraling.
C
Het vasthouden van koude lucht door koolzuurgas.
D
Het vasthouden van warme lucht door gassen in de dampkring
