Werkwoorden_VerledenTijd_Klankvast-Klankveranderd

werkwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

werkwoorden

Slide 1 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een klankvast werkwoord (speel - speelde)

Slide 2 - Open vraag

Wat is het klankvaste werkwoord?
A
zingen
B
hebben
C
voetballen
D
schrikken

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het klankvaste werkwoord?
A
zij zingt
B
wij floten
C
jullie fietsten
D
ik spring

Slide 4 - Quizvraag

In welke zin staat een klankvast werkwoord?
A
Tara vulde het lege vlesje.
B
Wendy kiest een grote bal.
C
Het doel werd helemaal wit.

Slide 5 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een klankveranderd werkwoord (zwemmen - zwommen)

Slide 6 - Open vraag

Wat is het klankveranderende werkwoord?
A
luisteren
B
klimmen
C
tekenen
D
betekenen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het klankveranderende werkwoord?
A
zij viel
B
wij speelden
C
ik maak
D
hij gooide

Slide 8 - Quizvraag

In welke zin staat een klankveranderend werkwoord?
A
Ezra mag het racket lenen.
B
Verfde jij de stick?
C
Papa past een paar schoenen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Sem en Ali eten vandaag wortelen.'

Slide 11 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'De ezel zal morgen verplaatst worden naar een andere stal.'

Slide 12 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Zij hebben een ophaalbrug gemaakt.'

Slide 13 - Open vraag

Klankvaste
werkwoorden

Slide 14 - Woordweb

Klankveranderende
werkwoorden

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Woordweb