Herhaling voorplanting erfelijkheid evolutie

Vandaag: Toetsstof herhalen
  • Extra uitleg ontstaan van tweelingen 
  • Herhaalvragen over voortplanting 
  • Doornemen PO evolutie inleveren 7 februari

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag: Toetsstof herhalen
  • Extra uitleg ontstaan van tweelingen 
  • Herhaalvragen over voortplanting 
  • Doornemen PO evolutie inleveren 7 februari

Slide 1 - Tekstslide

Tweelingen
Eeneiige tweeling
1 eicel bevrucht door 1 zaadcel, deze splitsen.
ze hebben hetzelfde dna. 

Twee-eiige tweeling
2 eicellen bevrucht door twee zaadcellen. 
ze hebben niet hetzelfde dna. 

Slide 2 - Tekstslide

Eeneiige tweelingen hebbn hetzelfde DNA, toch zijn er verschillen...

Slide 3 - Tekstslide

Wat bepaalt het begin van de menstruatiecyclus?
A
Bloedverlies uit vagina
B
De eisprong.
C
Dikker worden baarmoederslijmvlies
D
Er is geen beginpunt.

Slide 4 - Quizvraag

Een menstruatiecyclus duurt gemiddeld....
A
21 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
28 dagen
D
7 dagen

Slide 5 - Quizvraag

Welke dagen zijn de vruchtbare periode van een vrouw? Ga uit van een cyclus van 28 dagen.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de functie van FSH?
A
Aanmaken LH en FSH door hypofyse
B
Zorgen voor een ovulatie
C
Ontwikkelen van de eicellen

Slide 7 - Quizvraag

Het follikel produceert oestrogeen, het gele lichaam progesteron en oestrogeen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

In de afbeelding zie je de prostaat en enkele andere organen
van het mannelijke voortplantingsstelsel. Ook zijn er organen van
het uitscheidingsstelsel te zien.

welke onderdelen horen bij het voortplantingsstelsel en welke
onderdelen horen bij het uitscheidingsstelsel?
A
Uitscheiding: Q en R Voortplanting: S
B
Uitscheiding: Q Voortplanting: R en S
C
Uitscheiding: R en S Voortplanting: Q
D
Uitscheiding: R Voortplanting: R en Q

Slide 9 - Quizvraag

Een zaadcel en eicel zijn bij elkaar gekomen. Er vindt bevruchting plaats. Wat gebeurd er met de bevruchte eicel?

Slide 10 - Open vraag

De placenta heeft veel functies die na de geboorte van de baby overgenomen worden door organen.
Welk orgaan neemt GEEN functie over van de placenta
A
darm
B
hart
C
long
D
nier

Slide 11 - Quizvraag

Bij een vlokkentest wordt weefsel uit de placenta weggehaald.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag


Na de geboorte verandert de bloedsomloop van een baby. Onder andere de ductus venososus sluit en het bloedvat verschrompelt.
Welke andere verbindingen in de bloedsomloop van de baby sluiten na de geboorte? Geef twee voorbeelden.

Slide 13 - Open vraag

Bij welk proces treedt bij de meeste mannelijke honden meiose op?
A
Bij de versmelting van voortplantingscellen.
B
Bij ongeslachtelijke voortplanting.
C
Celdeling in de lever
D
Productie van zaadcellen.

Slide 14 - Quizvraag

Hebben eeneiige tweelingen hetzelfde genotype? En twee-eiige tweelingen?
A
Alleen eeneiig heeft hetzelfde genotype
B
Alleen twee-eiig heeft hetzelfde genotype
C
Beide hebben hetzelfde genotype

Slide 15 - Quizvraag

Hiernaast is een karyogram weergegeven van een....
A
zaadcel
B
eicel
C
lichaamscel
D
is niet te zeggen

Slide 16 - Quizvraag

Celdifferentiatie en celspecialisatie ontstaat door
A
De verschillende genen die op het DNA voorkomen
B
Het eiwit dat de regelgenen maken
C
De soort cel waarin het DNA zit
D
een schakelaar in je lichaam die uit of aan staat

Slide 17 - Quizvraag