12e les - V3 - 23 dic - la casa afronden

Bienvenidos chicos :)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Bienvenidos chicos :)

Slide 1 - Tekstslide

Las frases de la clase
Silencia el micrófono
Enciende el micrófono

Apúntalas en tu cuaderno

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué significa...?
1.Silencia el micrófono
2. Enciende el micrófono

Slide 3 - Open vraag

1. Wat deed je goed vorig jaar bij de online lessen?
2. Wat ga je anders doen?
3. Wat heb je daarvoor nodig?

timer
2:00

Slide 4 - Open vraag

Wat kunnen leraren beter doen als ze online les geven?

Slide 5 - Woordweb

Afspraken online lessen met Silvia - 1
  1. De les staat in outlook/teams agenda.
  2. Actieve deelname is verplicht, absenten genoteerd
  3. Camera aan is verplicht
  4. Antwoord geven als je beurt krijg is verplicht
  5. Je verlaat de les pas als de docent de les heeft afgesloten
  6. Huiswerk en deadlines in magister agenda
  7. Opdrachten en huiswerk inleveren in opdrachten (niet in chat)

Slide 6 - Tekstslide

Afspraken online lessen met Silvia - 2
  1. Vragen stellen doe je met een digitaal handje, als je denkt dat de klas ook iets heeft aan die vraag.
  2. Is het een persoonlijke vraag of een vraag over de planning, dan stel je die in de chat

Slide 7 - Tekstslide

Vocabulario la casa

Slide 8 - Tekstslide

Vocabulario
Apunta vocabulario nuevo y útil
Piensa en tu guión (script!)





Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

¿Qué palabras nuevas has apuntado?

Slide 11 - Woordweb

Sleep de woorden naar de juiste plaats in de afbeelding.
el sillón
la nevera
el horno
las sillas
la mesa
el sofá
el lavabo
la ducha
el baño
la cama
el armario
la bañera
la lámpara
el escritorio
el lavabo

Slide 12 - Sleepvraag

Mi casa - frases útiles en tu cuaderno 
Mi casa tiene un/una [+ ruimtes]
Mi casa tiene una cocina, un dormitorio, un salón y dos cuartos de baño.
Mi [ruimte] tiene un/una [meubels]
Mi [meubel] es [bijvoegl. nw].
Mi [ruimte] es [bijvoegl. nw].
Tengo un/ una [+meubel of ruimte] [+kleur]
Mi dormitorio tiene una cama, una mesilla y una lámpara.
Mi sofá es cómoda
Mi salón es pequeño y bonito
Tengo una alfombra negra y roja.
timer
4:00

Slide 13 - Tekstslide

¿Qué hay en tu dormitorio?
Haz frases completas y menciona 10 cosas
timer
3:00

Slide 14 - Open vraag

Klik hier en lees de tekst. Sleep daarna de foute zinnen naar de prullenbak.
Hola Maria:

¿Qué tal? Yo estoy muy bien.

Te escribo porque tengo una casa nueva, grande y muy bonita. Mi casa está en Helmond. Es muy grande y tiene cuatro dormitorios, una cocina blanca y pequeña, dos cuartos de baño, uno azul y uno verde.

Para mí escribir es muy aburrido, yo prefiero hablar por Whatsapp. Mi número de teléfono es: cero- seis- veinte- quince- diecisiete- treinta.

Un saludo,

Sara
timer
3:00
2. Sara's huis is nieuw, groot en mooi.
3. Sara's huis heeft 3 slaapkamers.
1. Er zijn 2 badkamers, 1 blauwe en
    1 groene.
5. De keuken is wit en groot.
4. Sara vindt schrijven leuk.
7. Sara praat liever via Whatsapp.
6. Haar telefoonnummer is: 
    0-7-20-15-16-30.

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is nog wil weten om mijn huis te kunnen beschrijven is...

Slide 16 - Woordweb

Estar y preposiciones
Escucha a la madre de Mario y completa la tabla 

Objetos:                Su lugar:
La madre                    
Las llaves                    
Compañeros, ejercicio 3 pag 54 - compañeros

Slide 17 - Tekstslide

Escucha el fragmento donde María describe su dormitorio.
Schrijf in je schrift welke dingen niet kloppen aan haar omschrijving.

Slide 18 - Tekstslide

Tu respuesta:

Slide 19 - Open vraag

Mira el video sobre una casa especial y contesta las preguntas en el video.

Slide 20 - Tekstslide

6

Slide 21 - Video

00:42
La casa de José Angel es de arquitectura
A
moderna
B
tradicional

Slide 22 - Quizvraag

01:07
¿Cuántas plantas tiene la casa?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 23 - Quizvraag

01:49
En la primera planta hay
A
dos dormitorios y dos baños
B
un cuarto de baño
C
Una oficina
D
un salón, dos habitaciones y un salón

Slide 24 - Quizvraag

02:45
Een ander woord voor 'buhardilla' is...
A
sótano
B
cuarto de baño
C
ático
D
una terraza

Slide 25 - Quizvraag

03:29
La cocina tiene un lavavajillas:
A
B
no

Slide 26 - Quizvraag

01:07
¿Qué significa la palabra 'planta' en este contexto?
timer
0:15

Slide 27 - Open vraag

Luister dit fragment en sleep de zinnen naar de juiste plek.
Juist

Onjuist

1. Het lievelingslied van José is het lied van de kleuren.
2. De favoriete stad van José is Madrid.
3. José woont in Toledo.
4. Het huis van José heeft 4 slaapkamers.
6. Het huis van José heeft 3 badkamers en 1 woonkamer.
5. Het huis van José heeft 1 keuken.
7. Zijn favoriete plaats in huis in zijn slaapkamer.

Slide 28 - Sleepvraag

Welke 4 werkwoorden gebruik je vooral om een huis te beschrijven?

Slide 29 - Open vraag

¿Cómo es tu casa ideal?
Descríbela en 6 frases

Slide 30 - Open vraag

¿Dónde está el perro?
Escribe tus frases en lessonup
A. . . . .

Slide 31 - Open vraag


Tot nu toe begrijp ik de lesstof....
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
fatal

Slide 32 - Quizvraag

¿Qué has aprendido hoy?

Slide 33 - Woordweb

Sé como describir mi casa
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll