LSB het weer

Het weer
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het weer

Slide 1 - Tekstslide

Doel:
- Woorden rondom het thema "weer" leren
- Alle woorden kunnen schrijven
- Alle woorden kunnen herkennen
- Weten wat je voor de toets moet kunnen

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je leren voor de toets?
- seizoenen (en wanneer het begint)
- alle woorden die bij het weer en de seizoenen horen
- welke kleren draag je in welk seizoen?
- dagen en maanden
- wat gebeurt er in de herfst? (werkboekje 2)
- de woorden van de seizoenen en het weer kun je oefenen in de online woordenlijst.

Slide 3 - Tekstslide

De toets
Wat moet je doen:
- Woorden (goed) schrijven bij het plaatje
- Het goede plaatje bij het goede seizoen zoeken
- Zinnen schrijven bij een praatplaat
- Dagen en maanden schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

De woorden oefenen

Oefen op de website de woorden.
Ga naar KLAS
Wachtwoord: College10!
Klik op je naam en maak de opdracht.

Slide 6 - Tekstslide

Zelf typen
Kijk naar het plaatje.
Wat zie je?
Typ het woord.

Slide 7 - Tekstslide

Wat zie je hier?

Slide 8 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 9 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 10 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 11 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 12 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 13 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 14 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 15 - Open vraag

Welk seizoen zie je hier?

Slide 16 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 17 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 18 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 19 - Open vraag

Welk seizoen zie je hier?

Slide 20 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 21 - Open vraag

Wat zie je hier?

Slide 22 - Tekstslide

Typ het woord

Slide 23 - Open vraag

lente
zomer
herfst
winter

Slide 24 - Sleepvraag

waar of niet waar:
Een jaar heeft 5 seizoenen

Slide 25 - Open vraag

waar of niet waar:
De lente begint op 21 april

Slide 26 - Open vraag

waar of niet waar:
Elk seizoen duurt 3 maanden

Slide 27 - Open vraag

Zinnen maken
Kijk naar het plaatje.
Maak nu zelf zinnen. 
Maak 10 zinnen.
Schrijf het eerst in je schrift.
Let op de hoofdletter en de punt.
Typ daarna de zinnen in Lesson Up.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

10 zinnen bij de plaat

Slide 30 - Woordweb

Werkboekje afmaken
- Maak alle opdrachten van het boekje af
- Volgende week maandag alles klaar en TOETS

Slide 31 - Tekstslide