Open dag quiz 2
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Wat is de naam van Tijdvak 2?
A
De oudheid
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van Grieken
D
Tijd van monniken en ridders
Slide 2 - Quizvraag
2. Waar staat dit gebouw?
A
Mekka
B
Medina
C
Jeruzalem
D
Damascus
Slide 3 - Quizvraag
3. Wat is een horige?
A
Iemand met een gehoorprobleem
B
Een rijke ridder
C
De baas van een klooster
D
Een boer
Slide 4 - Quizvraag
4. Wat is een kenmerk van de prehistorie?
A
Mensen hadden al grote steden.
B
Er waren nog geen geschreven bronnen.
C
Er waren al geschreven boeken.
D
Mensen gebruikten machines voor werk.
Slide 5 - Quizvraag
5. Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de pest
B
Een bijnaam van de tyfus
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep
D
Een bijnaam van Covid-19
Slide 6 - Quizvraag
6. Wat is een voorbeeld van een ambacht?
A
Jager
B
Boer
C
Ridder
D
Bakker
Slide 7 - Quizvraag
7. Hoeveel mensen zijn ongeveer gestorven aan de pest in de middeleeuwen?
A
ongeveer 10 miljoen
B
ongeveer 30 miljoen
C
ongeveer 50 miljoen
D
ongeveer 75 miljoen
Slide 8 - Quizvraag
8. Wie heeft/hebben Amerika als eerste ontdekt?
A
Columbus
B
Vasco da Gama
C
De Noormannen
D
Willem Barentsz
Slide 9 - Quizvraag
9. Wat was de oorspronkelijke naam van New York?
A
Nieuw Haarlem
B
Nieuw Londen
C
Nieuw Antwerpen
D
Nieuw Amsterdam
Slide 10 - Quizvraag
10. Wie schreef de 95 stellingen als kritiek op de katholieke kerk?
A
Johannes Calvijn
B
Maarten Luther
C
Martin Luther King
D
Jezus van Nazareth
Slide 11 - Quizvraag
11. Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand tegen Spanje?
A
80 jaar
B
45 jaar
C
75 jaar
D
5 jaar
Slide 12 - Quizvraag
12. In welke stad is Willem van Oranje vermoord?
A
Leiden
B
Amsterdam
C
Breda
D
Delft
Slide 13 - Quizvraag
13. Van wie is dit oog?
A
Aletta Jacobs
B
Anne Frank
C
Koningin Elisabeth
D
Marie Curie
Slide 14 - Quizvraag
14. Wie is de schilder van dit schilderij?
A
Rembrandt
B
van Gogh
C
Vermeer
D
Picasso
Slide 15 - Quizvraag
15. Wie hoor je hier?
A
Donald Trump
B
Michail Gorbatsjov
C
Richard Nixon
D
Ronald Reagan
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video
20. De Griekse god van de zeeën is....
A
Poseidon
B
Neptunes
C
Apollo
D
Athene
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
16. Bij welk tijdvak past deze film?
A
Tijd van pruiken en revoluties
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van ontdekkers en hervormers
D
Tijd van steden en staten
Slide 20 - Quizvraag
17. Welke functie had Johan de Witt?
A
Raadpensionaris
B
Stadhouder
C
Koning
D
Admiraal
Slide 21 - Quizvraag
18. Welke tocht maakte van Michiel de Ruyter een echte zeeheld?
A
De Elfstedentocht
B
De tocht naar Londen
C
De kruistocht
D
De tocht naar Chatham
Slide 22 - Quizvraag
19. Wat komt in deze film het meeste voor?
A
Bloed
B
Houtsplinters
C
Tranen
D
Zweet
