Bouwsteen 3 - Leerdoelgericht werken

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Flitsbezoek: Wat ging goed en wat zijn de verbeterpunten?

Slide 3 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Overzicht Periode 1
  • Thema: Johan de Witt Kijkwijzer
  • Benodigde lesmaterialen: Kijkwijzer, klimwijzer, laptop, pen en papier


Bijeenkomst 1
Bijeenkomst 2
Bijeenkomst 3
Bijeenkomst 4
Startklaar
Voorkennis activeren
Leerdoelgericht werken
Formatief handelen
Bijeenkomst 5
Bijeenkomst 6
Bijeenkomst 7
Bijeenkomst 8
Actieve verwerking
Inclusieve didactiek
Concrete en herkenbare voorbeelden
Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Waarom wordt er gewerkt met leerdoelen?

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

      Leerdoelen
  1. Je kent de bouwsteen leerdoelgericht werken (R).
  2. Je weet hoe je leerdoelen moet formuleren en maakt daarbij gebruik van RTTI en het taalcomponent (T1).
  3. Je kan de beheersing van leerlingen controleren en hier een passend verloop van de les bij kiezen (T2).


Slide 8 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Instructie


"Leerdoelgericht werken helpt leerlingen en studenten gericht te leren door duidelijke en meetbare doelen te stellen. Het creëert een focus op wat echt belangrijk is en bevordert zowel het leren als de prestaties."

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Leerdoelgericht werken

Bij leerdoelgericht werken wordt de vraag gesteld: "Wat helpt om het doel te bereiken?"
Het leerdoel bepaalt welke oefeningen ter zake doen. 

Het formuleren van een leerdoel/lesdoel:
  • Is nodig om naar iets toe te werken;
  • Laat docenten (kritisch) nadenken over de kennis, vaardigheden en begrip er nodig zijn;
  • Maakt controle mogelijk (beheersingsgericht leren).
  •  gebeurt volgens de RTTI-methodiek
  • is inzichtelijk in de leerdoelenkaart van RTTI.


Doordacht passend lesmodel;JDW Kijkwijzer
Bron: vernieuwenderwijs
https://vernieuwenderwijs.nl/leerdoelen-deel-3/

Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Leerdoelgericht werken voor de leerling

Het formuleren van een leerdoel/lesdoel geeft duidelijkheid aan de leerling, ze beseffen waar ze mee bezig zijn: Wat moet ik weten/kunnen? Wanneer moet ik dat weten/kunnen?          

Wanneer leerlingen begrijpen waarom een lesdoel/leerdoel belangrijk is zorgt dit voor betrokkenheid en motivatie. Belangrijk hierbij is dat leerlinge kunnen beschijven wat zij gaan leren. 

Succescriteria zorgen bij de leerlingen voor inzichtelijkheid: wat moet ik doen? Wat ga ik leren?






Doordacht passend lesmodel

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Kijkwijzer
Klimwijzer

Slide 12 - Tekstslide

Punten Lesobservatie formulier hierbij verwerken?
Instructie
(Hollingsworth & Ybarra 2015; Schmeier, 2019)
Om een goed lesdoel op te stellen zijn er tenminste moeten er tenminste drie componenten aanwezig zijn (Hollingsworth & Ybarra 2015; Schmeier, 2019)

  1. Concept/hoofdgedachte --> vrijwel altijd een zelfstandig naamwoord: laat zien wat er geleerd gaat worden.
  2. Vaardigheid of techniek --> vaak het werkwoord in de zin.
  3. Context --> situatie waarin het doel moet worden toegepast.

Ik kan de inhoud berekenen van rechthoekige figuren.






Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Pak het leerdoel van één van jouw lessen.
Zijn de 3 componenten aanwezig?
Zo nee: Voor welk component is aandacht nodig? (Tweetallen)

Slide 14 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Instructie
RTTI

Door leerdoelen met RTTI zichtbaar te maken is er direct overzicht over op welk niveau een leerling/klas goed of minder goed presteert. Hierna kan er effectief op het leerproces van de leerling/klas gestuurd worden en leerlingprestaties bevorderen. 

R = Reproductie: Leerling hoeft zelf niets wezenlijks toe te voegen aan het geleerd. Het kunnen weergeven of herkennen van wat letterlijk geleerd is.

T1 = Toepassing 1: Het toepassen van de leerstof volgens de getrainde methode in vergelijkbare situatie als de geoefende situaties. Beheersen van geleerde stappenplannen, methodes of 'recepten' naar analogie van de getrainde situaties

T2 = Toepassing 2: Het toepassen van leerstof in nieuwe situaties. Is de leerling in staat om in een nieuwe context of situatie zelf te bepalen welke methode geschikt is of welke delen van methodes, stappenplannen of recepten gecombineerd moeten worden?



Het coderen van toetsvragen, activiteiten/oefeningen geeft voor zowel de docent als leerling duidelijkheid over de cognitieve niveaus die vereist zijn en behaald moeten worden.


Wat als leerlingen uitvallen op R,T1,T2,I

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
RTTI

I =  Inzicht: Een bredere structurerende inbreng.  Het zelf construerend van de context en de methode.  Zelfstandig en systematisch een nieuw vraagstuk vanuit verschillende perspectieven doorgronden en oplossen.







Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
RTTI-classificatietabel
Aspecten van leeromgeving
R
T1
T2
I
Leerstof
Gegeven
Gegeven
Gegeven
Gegeven
Opdracht
Gegeven
Gegeven
Gegeven
Gegeven
Situatie
Gegeven
Gegeven
Gegeven
Niet gegeven
Methode
Gegeven
Gegeven
Niet gegeven
Niet gegeven
Resultaat
Gegeven
Niet gegeven
Niet gegeven
Niet gegeven

Slide 17 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Opdracht
Pak de lessen voor de komende week erbij:

  1. Zijn de leerdoelen RTTI-geformuleerd? (Pas de formulering eventueel toe)
  2. Klopt de formulering? (Pas eventueel aan)

Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
De rode draad in de les

Waarom de leerdoelen gedurende de les terug laten keren?

Het helpt om:
  • Tijdens de les effectieve feedback en feedforward te geven aan leerlingen. Vooral positieve feedback bevordert het gevoel van competentie en de intrinsieke motivatie op langere termijn.
  • Preciezer te differentiëren en te bepalen welke leerlingen een basis-, verlengde- of verkorte instructie nodig hebben.
  • Leerlingen meer verantwoordelijkheid te geven in hun leerproces, wat de zelfregulatie van leerlingen stimuleert.
  • Samen met leerlingen persoonlijke leerdoelen te formuleren, waardoor de zelfstandigheid en autonomie van leerlingen wordt vergroot.

Kennisrotonde:
https://www.kennisrotonde.nl/vraag-en-antwoord/wat-is-het-effect-van-het-uitschrijven-van-leerdoelen-op-het-bord

Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Taalcomponent Leerdoel


Leerdoel heeft (vrijwel) altijd iets te maken met taal
Hoe moeten leerlingen aantonen dat ze het leerdoel beheersen? (schrijven, spreken)
Welk taalniveau wil je daarbij zien?

Slide 20 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Taalcomponent Leerdoel
Voorbeeld uitwerking Taalcomponent

Leerdoel: je kunt de eerste wet van newton toepassen
Taalcomponent: je kunt in een grammaticaal correcte zin uitleggen waarom de eerste wet van newton van toepassing is
Antwoord: omdat het voorwerp een constante snelheid heeft geldt de eerste wet van newton hier.
Vaktermen: constante snelheid, versnelling,
Schooltaal: omdat, dus, daarom, gelden

Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Kies 1 leerdoel
Ga na wat de taalcomponent is + welke vaktermen en schooltaal nodig zijn.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Beheersings leren (Mastery learning)

Het behalen van de vastgestelde leerdoelen is de kern van beheersingsleren, hierna kan pas verder worden gegaan met nieuwe leerstof. Volgens Bloom is dit bij een beheersingspercentage van 80%.  Je voorkomt dat leerlingen achterblijven en de boot missen.

  • Neem de tijd voor beheersing: investering betaald zich terig--> het behandelen van nieuwe stof gaat vlotter wanneer de basis kennis in orde is.
  • Wees op de hoogte van de leerlijnen en monitor de vorderingen van je leerlingen.
  • Pas de begeleiding en individuele instructie aan op de vorderingen van je leerlingen. 

Voor alle leerlingen gelden dezelfde leerdoelen, maar de weg naar het bereiken van die doelen verschilt.  Voorde ene leerling loopt die weg langs verrijkende activiteiten, voor de andere leerlingen langs extra instructie en oefening


https://www.onderwijskennis.nl/kennisbank/beheersingsleren-houdt-leerlingen-bij-de-les

Slide 23 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Instructie
Controle

Wat kan ik doen om de beheersing van mijn leerlingen te controleren en wat kan ik inzetten wanneer het niet wordt beheerst?

  • Diagnostische vragen
  • Wisbordjes
  • Lesson UP
  • Formatieve toets

Wat kan ik inzetten?
  • Werkvormen RTTI (uit handboek RTTI)
  • Leerstrategieën studeren met succes (link toevoegen)
  • Formatief handelen

Slide 24 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wat ga jij/gaan jullie komende week doen om de beheersing van de leerlingen te controleren.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
  • Leerdoelgericht werken
  • Beheersingsleren
  • RTTI
  • Leerdoelenkaart
  • Feedback
  • differentiëren
  • formatief

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting



  1. Je kent de bouwsteen leerdoelgericht werken (R).
  2. Je weet hoe je leerdoelen moet formuleren en maakt daarbij gebruik van RTTI en het taalcomponent (T1).
  3. Je kan de beheersing van leerlingen controleren en hier een passend verloop van de les bij kiezen (T2).

Slide 27 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Huiswerk
Voor het huiswerk uit deze bijeenkomst kan je kiezen uit 2 opdrachten:

Opdracht 1:
Pak jouw leerdoelen voor de komende week/periode erbij. En controleer deze op de volgende punten:
  • Bevatten mijn leerdoelen de drie componenten
  • Zijn ze RTTI-geformuleerd?
  • Begrijpen de leerlingen wat ze moeten leren/kennen en waarom?
  • Passen de activiteiten/oefeningen in mijn les bij de leerdoelen en hoe controleer ik op beheersing?

Opdracht 2:
Vraag iemand bij jouw op lesbezoek en laat diegene controleren op de volgende punten:
  • De docent geeft het onderwerp, de leerdoelen die RTTI geformuleerd zijn en de lesopbouw aan.
  • De docent laat de leerdoelen aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen.
  • De docent maakt gedurende de les continu een terugkoppeling naar de leerdoelen om de mate van beheersing te controleren. 


Slide 28 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Welk inzicht neem je mee in de
voorbereiding op de lessen voor volgende week?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies