6.2: De jaren na de oorlog

H6: Nederland en Europa na 1945
6.2: De jaren na de oorlog
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6: Nederland en Europa na 1945
6.2: De jaren na de oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe het Marshallplan hielp bij de wederopbouw.
 
2. Je kunt beschrijven wat een verzorgingsstaat is en hoe dit in Nederland is ontstaan.

3. Je kunt de rol van nationalistische bewegingen bij het verkrijgen van onafhankelijkheid beschrijven.
 
4. Je kunt de invloed van de Tweede Wereldoorlog bij het streven naar onafhankelijkheid beschrijven.
 
5. Je kunt uitleggen hoe de internationale druk leidde tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Slide 3 - Tekstslide


Bevrijd!

  • De schade van de oorlog was groot
  • Het aantal slachtoffers was hoog, rond de 200.000
  • De infrastructuur was vernield
  • Veel machines waren door de Duitsers meegenomen
  • Honderdduizenden mannen waren in Duitsland tewerkgesteld tijdens de oorlog

De schade na het bombardement van Rotterdam in mei 1940 was groot, maar tijdens de vijf jaren van de Duitse Bezetting was er nog niet veel gedaan om de stad op te bouwen.

Slide 4 - Tekstslide

De periode na de Tweede Wereldoorlog in Nederland noem je de wederopbouw. Het hele land lag in puin: fabrieken, huizen, (spoor)bruggen: alles moest weer worden gebouwd.

Vanuit de VS kwam er hulp met het Marshallplan. Weet jij nog hoe dit plan werkte? 




Slide 5 - Tekstslide

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 6 - Quizvraag

In de jaren van de wederopbouw keerden rust en orde in Nederland terug. Onder leiding van Willem Drees kwamen sociale wetten. Een sociale wet beschermt een inwoner van een land (ontslag, ziekte, ouderdom). 
  • AOW: Algemene Ouderdomswet
  • WW: Werkloosheidswet
  • WAO: Arbeidsongeschiktheid

Daarbij konden jongeren een studiebeurs krijgen om te studeren. Nederland werd dus een verzorgingsstaat. 

Slide 7 - Tekstslide


Wat is een verzorgingsstaat?

  • Een staat waarin de overheid voor de inwoners zorgt: 
  • 'Van de wieg tot het graf'
  • Bijvoorbeeld met: uitkeringen, leningen, subsidies en zorg

  • Maar ook als het gaat om de volksgezondheid
  • Deze verzorgingsstaat is vastgelegd in een heleboel sociale wetten

Slide 8 - Tekstslide

Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Welk risico brengt de verzorginsstaat met zich mee?

Slide 9 - Open vraag







Deze spotprent over de problemen in de verzorgingsstaat is in 1981 gemaakt door de tekenaar Jos Collignon.
Er zijn teveel mensen die van der verzorgingsstaat gebruik maken, waardoor het evenwicht weg is. Hiermee wordt het evenwicht tussen mensen die betalen voor de verzorgingsstaat en mensen die gebruik maken van de verzorgingsstaat bedoeld.
Beeldelement: de donkere wolk geven aan dat er storm op komst is. Er komen nog moeilijkere tijden aan (bijvoorbeeld: de vergrijzing), terwijl het schip nu al schade heeft en dreigt om te slaan.
Beeldelement: het schip, de verzorgingsstaat, dreigt om te slaan.
Beeldelement: het roer ligt in het water waardoor het schip onbestuurbaar is geworden. Met andere woorden: er moet iets gebeuren, maar het lijkt erop dat het al te laat is.

Slide 10 - Tekstslide

Het lukt!
  • De welvaart groeit enorm

  • Prijzen en lonen worden losgelaten en mensen krijgen eindelijk weer meer loon (maar ook: hogere prijzen...)

  • Nederland wordt een consumptiemaatschappij: ook het kopen van luxe wordt belangrijk.

Slide 11 - Tekstslide

Een auto, vakantie en een sigaar...
...wat een luxe!

Slide 12 - Tekstslide


Verzuiling

  • De verdeling van de Nederlandse samenleving in 4 groepen (zuilen): protestanten, katholieken, liberalen, socialisten
  • Eigenlijk werd het van je verwacht dat je alleen omging met mensen binnen je eigen zuil
  • Er was veel sociale controle: familie, vrienden en de buurt controleerden of je je wel aan de 'regels' van de zuil hield.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is Verzuiling?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Video

1. Je kunt beschrijven hoe het Marshallplan hielp bij de wederopbouw.
2. Je kunt beschrijven wat een verzorgingsstaat is en hoe dit in Nederland is ontstaan.

Beheers jij de leerdoelen?
Ja
Nee
Ik word docent geschiedenis

Slide 17 - Poll

H6: Nederland en Europa na 1945
6.2: De jaren na de oorlog

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe het Marshallplan hielp bij de wederopbouw.
 
2. Je kunt beschrijven wat een verzorgingsstaat is en hoe dit in Nederland is ontstaan.

3. Je kunt de rol van nationalistische bewegingen bij het verkrijgen van onafhankelijkheid beschrijven.
 
4. Je kunt de invloed van de Tweede Wereldoorlog bij het streven naar onafhankelijkheid beschrijven.
 
5. Je kunt uitleggen hoe de internationale druk leidde tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht: kijk naar de wereldkaart.
Geef in de volgende dia antwoord op de volgende vraag: 'Waar gaat deze kaart over?'

Slide 21 - Tekstslide

Waar gaat de kaart over?

Slide 22 - Open vraag

Wat is modern imperialisme?
A
De Europese inspanningen om ervoor te zorgen dat de bevolking van de koloniën welvarend zou worden.
B
De Europese machtsuitbreiding in Azië en Afrika na 1870, waardoor grote koloniale rijken ontstonden.
C
De Europese ontdekkingsreizen in de zeventiende eeuw, met als doel de relatie tussen Europa en Azië te verbeteren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 23 - Quizvraag

Dekolonisatie
Omschrijving dekolonisatie: 'het onafhankelijk worden van kolonies.'
   

Na de Tweede Wereldoorlog kunnen veel Europese landen hun kolonies in Afrika en Azië niet meer in bezit houden. De kolonies in Afrika en Azië worden in deze periode (vooral in de jaren '50 en '60) zelfstandige landen / onafhankelijke landen.








Slide 24 - Tekstslide

Oorzaken dekolonisatie
1. Enkele geleerde mensen uit de kolonie (bv Gandhi uit India en Soekarno uit Nederlands-Indië/ Indonesië) studeren in een Europees moederland. Zij leren op de universiteit de begrippen nationalisme, vrijheid en gelijkheid en gaan vervolgens politieke partijen oprichten, waarin zij in verzet komen tegen de grote armoede en de vele hongersnoden in de kolonie en de uitbuiting van de West-Europese overheersing. De nieuwe politieke partijen eisen inspraak in het bestuur.

2. De Europese moederlanden zijn door onderlinge strijd in de Tweede Wereldoorlog (WOII) verzwakt en volledig uitgeput + Japan laat als Aziatisch land in de WOII zien dat een (west)-Europees land is te verslaan.

3. Na de WOII zijn er twee supermachten, namelijk de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Deze landen tegenstander van 'het in bezit hebben van kolonies'. (De VS is zelfs zelf ook een kolonie geweest van Engeland). De twee supermachten stimuleren dus dekolonisatie. 
Soekarno
Gandhi

Slide 25 - Tekstslide

Verloop dekolonisatie: 
Het verloop in 3 fases:

Fase 1: (1945-1953): dekolonisatie Midden-Oosten en Zuidoost-Azië);

- 1947: Moederland Engeland verlaat vrijwillig Brits-Indië, gevolg: ontstaan India voor de Hindoes en Pakistan voor de moslims;
- 1945-1954: Moederland Frankrijk voert een koloniale oorlog om kolonie Indochina te behouden, maar verliest. Gevolg: oprichting van nieuwe landen Vietnam, Laos en Cambodja.
- 1949: Nederlands-Indië wordt ook na een koloniale oorlog. onafhankelijk van moederland Nederland en krijgt een nieuwe naam: Indonesië.  

Slide 26 - Tekstslide

Verloop dekolonisatie:

Fase 2: (1951-1980): dekolonisatie Afrika;
- 1960: 'het jaar van Afrika': het jaar waarin 17 landen (!!!) onafhankelijk worden.
Sommige landen worden zonder geweld onafhankelijk (bv Congo en Marokko), maar ook enkelen na een oorlog (bv Algerije, Angola en Mozambique)
Tijdsvolgorde dekolonisatie in Afrika.

Slide 27 - Tekstslide

Verloop dekolonisatie:
Fase 3: (1965-1975): dekolonisatie Caribisch gebied:

- 1975: Suriname wordt zonder geweld onafhankelijk van moederland Nederland.
- De Nederlandse Antillen (ABC- eilanden en de SSS-eilanden) worden of zelfstandige landen binnen Nederland of een 'bijzondere gemeente'. 





Volgende dia: Filmpje dekolonisatie Suriname (0:50) met 1 quizvraag.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Welke uitspraak over Suriname is juist?
A
De grootste bevolkingsgroep in Suriname is van Afrikaanse komaf.
B
Eerst vindt in Suriname de dekolonisatie plaats, vervolgens wordt de slavernij afgeschaft.
C
De bevolkingsgroep de Creolen in Suriname zien dekolonisatie niet zitten.
D
Geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 30 - Quizvraag

Gevolgen dekolonisatie
1. De nieuwe onafhankelijke landen hebben geen ervaring om hun eigen land te besturen, gevolg: veel dictators in de voormalige kolonies, veel burgeroorlogen en weinig vrijheid en democratie.

2. De uitbuiting gaat gewoon door, nu niet meer van West-Europese landen, maar van West-Europese bedrijven, zoals Shell.


Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld: Dekolonisatie Nederlands-Indië
 - In de WOII neemt Japan 'onze kolonie' Nederlands-Indië in, maar capituleert (geeft zich over) in 1945.

- Vervolgens denkt Nederland de kolonie gewoon weer te kunnen besturen, maar de Indonesische nationalist Soekarno roept de nieuwe staat 'Indonesië' uit, maar Nederland accepteert dit niet. 

- Gevolg: een 4 jaar lange koloniale oorlog van het KNIL-leger, maar Nederland noemt dit politionele acties (rust en orde bewaken). 
- De Verenigde Staten dreigt met het stoppen van geven van Marshall-hulp (geld om Nederland weer na de WOII op te bouwen) als Nederland doorgaat met de koloniale oorlog.  
- Uiteindelijk ondertekent Nederland in 1949 de soevereiniteitsoverdracht (de hoogste macht aan een ander geven) en wordt Indonesië een onafhankelijk land.
Volgende dia: dekolonisatie Indonesie (15 min.) met quizvragen.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Bekijk hiernaast een print screen uit het filmpje. Wat is het blauwe gebied?
A
Grondgebied van de kolonie Nederland-Indië in de Tweede Wereldoorlog.
B
Grondgebied dat onafhankelijkheidsstrijder Soekarno direct na de Tweede Wereldoorlog opeist.
C
Grondgebied van Japan in de Tweede Wereldoorlog

Slide 34 - Quizvraag

In de Tweede Wereldoorlog waren in Nederlands-Indië (jappen)kampen te vinden.

Wie leefden in deze kampen?
A
Nederlanders
B
Japanners
C
Indonesiërs
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 35 - Quizvraag

Hoe heet de belangrijkste Indonesische onafhankelijkheidsstrijder die op 17 augustus 1945 de onafhankelijkheid van Indonesië uitroept en later ook de eerste president van Indonesië wordt?
A
Hatta
B
Soekarno
C
Hirohito
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 36 - Quizvraag

Twee uitspraken:
1. De politionele acties vonden plaats enkele jaren voordat de Tweede Wereldoorlog startte.

2. De politionele acties zijn uitgevoerd om dekolonisatie van Indonesië te versnellen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 37 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
De politionele acties zijn voor Nederland een hele grote mislukking geweest
B
Koningin Beatrix ondertekent in 1949 de onafhankelijkheids- verklaring van Indonesië
C
De Verenigde Naties (de VN) en Amerika zijn voorstander van een onafhankelijk Indonesië
D
Alle genoemde uitspraken zijn juist.

Slide 38 - Quizvraag

Indonesië en Suriname zijn beiden kolonies geweest van moederland Nederland. Sleep de 4 feiten naar het juiste land:
Indonesie 
Suriname
Geweldloos gekoloniseerd van Nederland.
Onafhankelijk van Nederland vanaf 1975.
Onder druk van de VN (Verenigde Naties) en Amerika is dit land gedekoloniseerd.
politionele acties

Slide 39 - Sleepvraag

De Nederlandse Antillen bestaan uit 6 eilanden, namelijk de ABC-eilanden (1. Aruba, 2. Bonaire en 3. Curaçao) en de SSS-eilanden (4. Saba, 5. Sint-Maarten en 6. Sint-Eustatius.

Bij welk eiland heeft (nog) geen dekolonisatie plaatsgevonden en hoort officieel nog steeds bij Nederland?
A
Aruba
B
Curacao
C
Sint-Maarten
D
Bonaire

Slide 40 - Quizvraag

Boven de naastgelegen afbeelding staat: "De laatste Britse troepen in India houden een militaire afscheidsparade (1947)'.

Welk begrip hoort bij de afbeelding?
A
diplomatie
B
politionele acties
C
KNIL- leger
D
dekolonisatie

Slide 41 - Quizvraag

De wereldwijde dekolonisatie kent verschillende soorten oorzaken (motieven), namelijk politieke, economische, sociale en culturele motieven. Sleep elke reden naar het juiste soort motief:
Politiek motief.
Economisch motief
Sociaal motief
Cultureel motief.
Grondstoffen in de kolonies raken uitgeput.
In de kolonies komt het 'nationalisme' op.
Japan bouwt in Tweede Wereldoorlog een groot imperium in Azië en verslaat Europeanen in hun kolonies in Azië.  Kortom, Japan is superieur!
Mensen uit de kolonies voelen zich niet gelijk behandeld.

Slide 42 - Sleepvraag

Geef antwoord op deze leerdoelen.

3. Je kunt de rol van nationalistische bewegingen bij het verkrijgen van onafhankelijkheid beschrijven.
4. Je kunt de invloed van de Tweede Wereldoorlog bij het streven naar onafhankelijkheid beschrijven.
5. Je kunt uitleggen hoe de internationale druk leidde tot de onafhankelijkheid van Indonesië.

Slide 43 - Open vraag