Titratiesommen (en isoleren)

Titratiesommen (en isoleren)
Bij titratiesommen moet je vaak isoleren, dat heb je bij wiskunde gehad, maar we herhalen het even.
Nodig: kladpapier, mobiel (voor quizvragen), rekenmachine

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Titratiesommen (en isoleren)
Bij titratiesommen moet je vaak isoleren, dat heb je bij wiskunde gehad, maar we herhalen het even.
Nodig: kladpapier, mobiel (voor quizvragen), rekenmachine

Slide 1 - Tekstslide

ISOLEREN (KORT)
Noteer in je schrift als breuk:
A/B=C/D <=> AD=BD
LET OP
A=BC/D, MAAR 1/B=C/AD

Slide 2 - Tekstslide

AB=C/D
C=...
A
ABD
B
D/AB
C
AB/D
D
A/BD

Slide 3 - Quizvraag

A/BC=DE
A=...
A
DE/BC
B
BC/DE
C
BCDE
D
BD/CE

Slide 4 - Quizvraag

AB/CD=EF
C=...
A
AB/DEF
B
DEF/AB
C
ABD/EF
D
CDEF/B

Slide 5 - Quizvraag

A/B=C+D
A=...
A
BC+BD
B
B/(C+D)
C
BC+D
D
(C+D)/B

Slide 6 - Quizvraag

24A/3=16/2
A=
A
1,5
B
1
C
0,33
D
3

Slide 7 - Quizvraag

0,1B/A=0,01C
C=
A
0,1A/B
B
0,01B/A
C
10B/A
D
10A/B

Slide 8 - Quizvraag

formule voor concentratie afleiden
3 stappen:
1: mmol(zuur)=mmol(base)
2: werk uit wat mmol is (van buret V.C.F)
3: isoleer

Slide 9 - Tekstslide

voorbeeld titratie 
1: mmol (oxaal)=mmol(natronloog
2: inweeg . 1/mm . 1000 . F(2) = V . C . F(1)
3: =(inweeg.1000.2)/(V.1.mm)

Slide 10 - Tekstslide

met mk/pip
1: mmol (oxaal)=mmol(natronloog
2: inweeg . 1/mm . 1000 .( pip/mk).F(2) = V . C . F(1)
3: c=(inweeg.1000.2.pip)/(V.1.mm.mk)

Slide 11 - Tekstslide

maatkolf/pipet
Je kunt ook de voorgaande titratie doen met maatkolf en pipet. (afkorten met MK en PIP). Leid de formule opnieuw af, maar nu met mk/pip er bij.

Slide 12 - Tekstslide

gehalte bepaling
b.v. azijn in mosterd of iets dergelijks..
bij een concentratiebepaling weeg je een zuivere stof af, b.v. oxaalzuur, het is 100% zuiver.
mosterd is niet zuiver, b.v. 5% azijnzuur, maar dat weet je nog niet

Slide 13 - Tekstslide

gehaltebepaling
stel 5% azijn in mosterd, dan:

5/100 . inweeg

Slide 14 - Tekstslide

gehaltebepaling
maar je weet het aantal % niet (dat wil je juist weten), dus stel % is X, dan doe je:
x/100 . inweeg
gehaltebepalingen beginnen dus met x/100

Slide 15 - Tekstslide

Leid af:
Mosterd wordt afgewogen en opgelost in een bekerglas. dit wordt getitreerd met natronloog.
leid de formule af

Slide 16 - Tekstslide

mmol(azijn)=mmol(natronloog)
x/100.inweeg.1/mm(azijn).1000.F(azijn)=V.C.F(naoh)
x=(V.C.F(naoh).100.mm)/(inweeg.1000.f(azijn)

Slide 17 - Tekstslide

Welke molmassa gebruik je bij de vorige afleiding?
A
mosterd
B
azijn
C
NaOH
D
Natronloog

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de factor van azijnzuur?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quizvraag

Bereken:
3 . 8 / 2 . 3
A
36
B
16
C
4
D
2

Slide 20 - Quizvraag