Repetitie Bespreking H6 Turkije

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom! 

Welkom

Waar staan we? 

• H7 mee begonnen 
• Repetitie H6 gemaakt 

Vandaag 

Repetitie bespreken:

• Hoe beantwoord ik een vraag
• Moeilijkste vragen 
  
• Overige vragen bespreken
• Tijd om vragen te stellen 

Vooraf

Tijdens het bespreken van de vragen: 

• Heb je een vraag, steek je vinger op!
• Gebruik alleen een potlood. Heb je die niet, dan heb je niks anders op je tafel. 
• Stel je alleen vragen die gelden voor de hele klas. Ze moeten voor de hele klas relevant zijn!
• Heb je een vraag over je eigen toets kom dan aan het einde van de les even. Dan lossen we het op!

Beantwoorden? 

• Belangrijkste is dat je weet waar Ankara ligt.
• In het binnenland. Welk klimaat? 
• Steppeklimaat 
• Kernmerken Steppeklimaat? 
• Droog, maar nog net genoeg 
  regen voor grassen. 
• Ankara is binnenland dus 
  weinig invloed van zee.
  
• Dus koude winters en warme 
  zomers. 

Moeilijkste vragen

Vraag: 

3 

4

6

10

a regionale ongelijkheid 

b In gebieden met een ongunstig klimaat voor de landbouw (steppeklimaat, landklimaat in het oosten) is de welvaart kleiner. In gebieden met een zee-

en Middellandse Zeeklimaat is de welvaart hoger. Deze gebieden zijn

gunstiger voor de landbouw (en voor het toerisme).

a Het westen van Turkije heeft een Middellandse Zeeklimaat, dat redelijk

   gunstig is voor landbouw. 

b Het westen van Turkije grenst aan de EU. Er is veel handel met de EU en het

   westen van Turkije is rijk. Het oosten van Turkije grenst aan landen met veel problemen (bijvoorbeeld Syrië). Hier is weinig handel.

a A

B Vroeger hoorde Turkije bij het Ottomaanse Rijk, een islamitisch rijk met Istanbul als hoofdstad. Het was toen het centrum van de islamitische wereld. Het Ottomaanse Rijk bestaat niet meer en het niet-islamitische

Europa grenst aan Turkije. Turkije ligt nu dus aan de rand van de islamitische wereld.

Overige Vragen 

Vraag: 

2

5

7

8

9

11

Tijd voor persoonlijke vragen. 

Heb je geen vragen? 

1. Wat: Opgaven maken van de start. 
2. Hoe: Zelfstandig 
3. Hulp: Docent 
4. Klaar: Opgaven maken paragraaf 1