Revalidatie VZB0224a 26-03-2025

Les 8 Revalidatie
Learnbeat 22.7: revalidatie 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 8 Revalidatie
Learnbeat 22.7: revalidatie 

Slide 1 - Tekstslide

Branches VVT
Revalidatie 

VZB0224a - 26 maart 2025

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- Heb je 

Slide 3 - Tekstslide

Even opwarmen

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord revalidatie?

Slide 5 - Woordweb

Welke ziektebeelden kunnen revalideren tot gevolg hebben?

Slide 6 - Woordweb

Aandoeningen revalidatie
gewrichtsproblemen
spierziekten
hartfalen
hersenletsel
brandwonden
handletsel
beenletsel

Slide 7 - Tekstslide

Revalidatie kan alleen maar op een revalidatie afdeling
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Revalideren, wat is het?

Slide 9 - Tekstslide

Wat houdt revalideren wat jou betreft in?

Slide 10 - Open vraag

Wat is revalidatie?

Slide 11 - Tekstslide

REVALIDATIE

- Lichamelijke en/of cognitieve beperkingen
- Blijvend of tijdelijk
- Functioneren optimaliseren 

Slide 12 - Tekstslide

Verschillende soorten revalidatie?

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende soorten revalidatie
                                                3 Hoofdgroepen revalidatie 
- Neurologische aandoeningen --> CVA, dwarslaesie, Parkinson
- Niet neurologische aandoeningen --> amputatie, reuma, hartrevalidatie, fysiek letsel, chronische pijn, covid.
- Geriatrische revalidatie --> in een verpleeghuis, ouder wordende mens (65+), oudere kwetsbare doelgroep

Slide 14 - Tekstslide

Revalidatiebehandeling
- Kan zeer intensief en langdurig zijn
Afhankelijk van meerdere factoren.

Revalidatie:
De zorgvrager leren omgaan met zijn/haar beperking of ziekte.
Doel is zoveel mogelijk eigen regie geven 

Slide 15 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken van revalidatie?

Slide 16 - Tekstslide

KENMERKEN REVALIDATIETRAJECT

- individueel
- leerstijl
- kort of langdurig
- eerst medisch (bijv medicijnen)
- later participatiedoelen (is iets wat iemand graag weer wil kunnen doen)
- haalbaar

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het doel van revalidatie?
A
leren omgaan met de ziekte/beperking en zoveel mogelijk eigen regie bij de cliënt
B
hoge kwaliteit van leven zonder pijn
C
volledig genezen
D
mantelzorgers ontlasten

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Weet je wat revaliderend werken is?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat zouden factoren kunnen zijn waardoor een revalidatieperiode langzamer verloopt?

Slide 22 - Open vraag

Verschillende diciplines 

Slide 23 - Tekstslide

Welke disciplines kunnen betrokken zijn?

Slide 24 - Open vraag

Welke disciplines vind je in de revalidatie?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

De rol van de verzorgende 

Slide 27 - Tekstslide

Wat zou je rol als VP kunnen zijn bij mensen die revalideren?

Slide 28 - Open vraag

Welke competenties
moet een verpleegkundige volgens jou beheersen?

Slide 29 - Woordweb

Beschrijf een voorbeeld van een SMART geformuleerd revalidatiedoel

Slide 30 - Open vraag

Je neemt zoveel mogelijk over
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Coping mechanisme

Slide 32 - Tekstslide

Wat is coping?
A
Samen met een ander oplossingen zoeken
B
Instanties om hulp vragen
C
Gedrag van een ander kopiëren
D
Hoe iemand omgaat met problemen of stress

Slide 33 - Quizvraag

Coping mechanisme 

Slide 34 - Tekstslide

Rouw en emoties in het revalidatieproces
- Cliënt moet zich aanpassen aan de nieuwe situatie
- Kan proces van rouw doormaken




Slide 35 - Tekstslide

Beroerte, operatie aan een heup of knie, fracturen of letsels door een ongeluk, amputatie, aandoening aan de luchtwegen, aandoening aan het bewegingsapparaat.

Slide 36 - Tekstslide

Beschrijf wat mensen opnieuw moeten leren op de revalidatieafdeling.

Slide 37 - Woordweb

Hulpmiddelen

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Welke hulpmiddelen
worden gebruikt
bij revalidatie?

Slide 40 - Woordweb

  • Rolstoelen: Voor mobiliteit, zowel tijdelijk als permanent
  • Krukken en rollators: Voor ondersteuning bij het lopen
  • Hoog-laag bedden: Voor comfort en gemak bij het in- en uitstappen
  • Antidecubitusmatrassen: Om doorligwonden te voorkomen
  • Oefenapparatuur: Zoals loopbanden en hometrainers voor fysiotherapie
  • Orthesen en prothesen: Voor ondersteuning en vervanging van ledematen
  • ADL-hulpmiddelen (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen): Zoals grijpstokken en aangepaste bestekken om dagelijkse activiteiten te vergemakkelijken

Slide 41 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 42 - Tekstslide

Opdracht
30 min:

Werk voor jezelf de begrippen uit zoals je ook een GO zou aanvragen voor B1-K1-W3.

Zie eind opdracht werkpad 

Slide 43 - Tekstslide

30 seconds
Spelregels
  • Van elk Team is er 1 teamlid die een kaartje pakt.
  • Dat lid van het team krijgt 30 sec. de tijd om enkele begrippen te omschrijven, dit kunnen er maximaal drie zijn per kaartje. Des te meer begrippen er juist geraden worden, des te verder komt jouw team op het bord.
  • Elk goed geraden begrip is 1 punt.
  • Heb je de finish gehaald, dat levert 3 extra punten op.
  • Ben je bij finish en zijn er nog kaartjes over, dan begin je dus opnieuw + 3extra punten.
  • Team met de meeste punten wint!

LET OP: Je mag de afkortingen niet volledig uitspreken, of woorden die op het kaartje staan. 

timer
0:30

Slide 44 - Tekstslide

Wat is revaliderend werken
A
een zorgvrager zo veel mogelijk ondersteuning bieden bij zijn dagelijks functioneren
B
met een zorgvrager op zoek gaan naar hulp van anderen in de thuissituatie
C
een zorgvrager zo min mogelijk zorg uit handen nemen en zo veel mogelijk verantwoordelijkheid geven.
D
vraaggericht werken dwz ondersteuning bieden waar de zorgvrager om vraagt

Slide 45 - Quizvraag

Revalidatie bestaat uit de volgende fasen:
A
Acute fase, observatiefase, revalidatiefase, zelfstandige fase
B
Observatiefase, behandelfase, afrondingsfase (ontslagfase)
C
Observatiefase, revalidatiefase, afrondingsfase (ontslagfase)

Slide 46 - Quizvraag

Einde

Slide 47 - Tekstslide