Het doel van een tekst - 10052023

Nederlands - H1A
Leg klaar: boek, schrift, pen, chromebook
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - H1A
Leg klaar: boek, schrift, pen, chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
1. Planning komende weken 
2. LessonUp: Wat is het doel van een tekst?
3. Opdracht H5 Lezen (boek)
4. Plenda invullen

LESDOEL:
Leren hoe je het doel van een tekst kan herkennen.
 


Slide 3 - Tekstslide

Waarom schrijft iemand eigenlijk een tekst?
A
Om je iets te leren
B
Om je te overtuigen van haar of zijn mening
C
Om je te amuseren
D
Om je iets (anders) te laten doen

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Het doel van de tekst is informeren. Wat wil de schrijver bereiken?
A
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.
B
De schrijver wil dat je iets te weten komt.
C
De schrijver wil je vermaken.
D
De schrijver wil je overhalen iets te doen.

Slide 7 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een tekstsoort bij het tekstdoel informeren.
A
Verhaal
B
Advertentie
C
Krantenbericht
D
Strip

Slide 8 - Quizvraag


Je gaat een kast van de IKEA in elkaar zetten. Hiervoor gebruik je de gebruiksaanwijzing. Welk tekstdoel hoort bij deze tekstsoort?
A
Amuseren
B
Instrueren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk tekstdoel hoort een recept?
A
Iets leren of uitleggen (instrueren).
B
Een mening geven.
C
Iets laten doen (activeren).
D
Vermaken.

Slide 10 - Quizvraag

Welke tekstdoelen en tekstsoorten horen bij elkaar?
Stripverhaal
Recept 
Uitnodiging voor een feest
Krantenbericht
Recensie 
Amuseren
Instrueren
Informeren
Activeren
Overtuigen

Slide 11 - Sleepvraag


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 12 - Quizvraag


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 13 - Quizvraag


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
activeren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 14 - Quizvraag


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 15 - Quizvraag


Welk tekstdoel?

A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 16 - Quizvraag


Welk tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen/activeren
D
amuseren

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht
Opdr. 1, p. 116 : 
  • vraag 1 en 2 klassikaal
  • vraag 3 t/m 9: zelfstandig + meteen nakijken

Klaar? Lees tekst 6 (maak opdr. 4) en tekst 7 (maak opdr. 5)

timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

PLENDA
  • woe 17 mei: NL: leesboek mee en opdracht  4 en 5 (blz. 116-121) maken!
  • do 25 mei: NL: boekopdracht 3 klaar (PO Fictie)

Slide 19 - Tekstslide