H4 par. 1 Van handwerk naar machine

Tijd van burgers en stoommachines
De industriële revolutie
par. 1.1 Van handwerk naar machine

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tijd van burgers en stoommachines
De industriële revolutie
par. 1.1 Van handwerk naar machine

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat industrialisatie inhoudt.
  • Je kunt de belangrijkste oorzaken noemen van de industriële revolutie
  • Je kunt uitleggen waarom we spreken van een industriële revolutie.
  • Je kent de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • Na 1750 ontstonden de eerste fabrieken in Groot-Brittannië.
  • De opkomst van de productie in fabrieken: industrialisatie.

Slide 3 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • Industrialisatie begon in de textielnijverheid.
  • Rond 1700 maakten ondernemers voor het maken van garens en stoffen veel gebruik van huisnijverheid

Slide 4 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • Eeuwenlang waren spinners en wevers gevestigd in steden, maar door de gilderegels waren die erg duur geworden.
  • Daarom schakelden ondernemers mensen op het platteland in: boeren die (vooral in de winter) wat bij verdienden door thuis wollen stoffen te maken. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • Rond 1700 kwam er meer vraag naar katoen: 
  • goedkoper en draagt fijner.
  • Katoen werd uit de koloniën naar Groot-Brittannië gehaald.

Slide 7 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  •  De spinners en wevers in de huisnijverheid konden de groeiende vraag naar katoenen stoffen niet aan.
  • Zij hadden eenvoudige spinnewielen en weefgetouwen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is huisnijverheid?

Slide 9 - Open vraag

Deze vrouw doet aan
huisnijverheid
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Welk begrip past bij de afbeelding
A
Industrialisatie
B
fabriek
C
huisnijverheid

Slide 11 - Quizvraag

Welk land industrialiseerde het eerst?
A
Duitsland
B
Nederland
C
Groot-Brittannië
D
Verenigde Staten

Slide 12 - Quizvraag

Hallen waarin machines stonden en grote aantallen arbeiders werkten.
A
Huisnijverheid
B
Industrialisatie
C
Fabrieken

Slide 13 - Quizvraag

De eerste fabrieken
  • Uitvinders deden hun best om werktuigen te ontwikkelen waarmee je sneller kon spinnen en weven.

Slide 14 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • Volgende stap: machines aangedreven door waterkracht.
  • Deze machines konden niet meer in huis staan.
  • Fabrieken aan het water.

Slide 15 - Tekstslide

De eerste fabrieken
  • De laatste stap: watermolens vervangen door stoommachines.

  • De grote veranderingen door de komst van fabrieken, machines en stoomtreinen vanaf 1750: industriële revolutie.

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie
  • Door de verbeteringen in de landbouw (18e eeuw) groeide de bevolking, waardoor er meer vraag naar katoenen kleding kwam. Gevolg: bouw katoenfabrieken.

  • Genoeg arbeidskrachten beschikbaar doordat boeren werkloos raakten door verbeteringen in de landbouw. 

Slide 17 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie
  • Goedkope grondstoffen uit de kolonies (katoen).

  • In Groot-Brittannië waren grote voorraden steenkool en ijzererts aanwezig: goedkope brandstof. Ook voldoende ijzer voor machines, spoorwegen en bruggen.

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaken industrialisatie
  • Er werden steeds weer nieuwe machines uitgevonden: bijna alle producten werden nu met machines gemaakt: producten goedkoop: meer vraag: meer fabrieken.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
A
Waterkracht - mankracht- stoomkracht
B
Mankracht - waterkracht - stoomkracht
C
Stoomkracht - mankracht - waterkracht
D
Mankracht - stoomkracht - waterkracht

Slide 20 - Quizvraag

Noem 2 verschillende oorzaken voor de industriële revolutie

Slide 21 - Open vraag

Gevolgen van de industrialisatie
  • Tussen 1750-1850 veranderde Groot-Brittannië van een agrarisch-stedelijke samenleving in een industriële samenleving en maakte huisnijverheid plaats voor massaproductie.
  • Infrastructuur verbeterde.
  • Verstedelijking.
  • Opwarming van de aarde.

Slide 22 - Tekstslide

Gevolgen van de industrialisatie
  • De gevolgen van de industrialisatie waren zo groot, dat we in 1800 een nieuwe periode laten beginnen, de periode waarin ook wij leven: de moderne tijd.

Slide 23 - Tekstslide

Noem 2 verschillende gevolgen van de industrialisatie.

Slide 24 - Open vraag